Het hof is, gezien de inhoud van de overgelegde stukken en het besprokene tijdens de mondelinge behandeling, van oordeel dat sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging bij [minderjarige] , die op dit moment niet anders dan binnen het gedwongen kader van een ondertoezichtstelling kan worden afgewend.
[minderjarige] heeft forse kind eigen problematiek. Hij heeft ADHD-PDD NOS, hechtingsproblemen en emotieregulatieproblematiek. [minderjarige] heeft eerder onder toezicht gestaan, van juli 2008 tot en met januari 2010. Van maart 2016 tot december 2018 heeft hij op vrijwillige basis in een leefgroep van Xonar gewoond.
In samenhang met zijn kind eigen problemen accepteert [minderjarige] moeilijk het gezag van de moeder in de thuissituatie, toont hij zich in de thuissituatie op momenten zelfbepalend en uit hij zich in geval van ruzies en conflicten agressief en zonder respect naar de moeder. Door zijn kind eigen problemen heeft [minderjarige] meer dan gemiddeld behoefte aan een voorspelbare, stabiele en veilige opvoedomgeving. Ondanks haar enorme inzet is de moeder, die een belast verleden heeft, vooralsnog pedagogisch onvoldoende machtig gebleken om [minderjarige] een dergelijke opvoedingssituatie te bieden. Tussen de moeder en [minderjarige] doen zich regelmatig forse ruzies en conflicten voor, waarbij geregeld over en weer niet alleen sprake is van verbaal geweld maar ook van fysiek geweld. De politie is hier een aantal keren bij betrokken geweest. Blijkens het raadsrapport heeft [minderjarige] zich in oktober 2019 zelf gemeld bij Veilig Thuis, omdat hij zich thuis onveilig voelde. Uit het rapport van de raad blijkt dat de moeder overvraagd wordt en last heeft van stress. Tot begin 2020 logeerde [minderjarige] regelmatig in de weekenden in een gastgezin om de moeder te ontlasten.
Ondanks jarenlange ambulante hulpverlening in het gezin van de moeder is het niet gelukt om de forse problemen in de opvoedingssituatie structureel te verbeteren of op te lossen. De escalaties tussen de moeder en [minderjarige] namen eerder toe dan af, ook in heftigheid. Een van die escalaties heeft in het weekend van 15 maart 2020 ertoe geleid dat [minderjarige] met instemming van de moeder naar Xonar is gebracht en daar heeft overnacht. De moeder heeft weliswaar gesteld dat [minderjarige] de laatste tijd geen woede- en paniekaanvallen meer heeft en dat zij hem beter kan hanteren, maar deze situatie is in ieder geval nog pril. De moeder heeft bovendien tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat zij bij hoogoplopende conflicten met [minderjarige] nog regelmatig - buiten de kantooruren soms vergeefs - een beroep doet op de bereikbaarheidsdienst van de hulpverlening.
Daarnaast zijn er zorgen over het feit dat [minderjarige] al sinds september 2019 geen structureel contact met de vader heeft gehad. Uit het raadsrapport blijkt dat [minderjarige] last heeft van de strijd tussen de ouders.
Het hof is van oordeel dat minder ingrijpende maatregelen dan een ondertoezichtstelling niet toereikend zijn om de ernstige ontwikkelingsbedreiging bij [minderjarige] weg te nemen ondanks alle inzet van de moeder.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de samenwerking tussen de moeder en de gezinsvoogd goed is. In overleg met de moeder heeft de gezinsvoogd ingezet op intensievere hulp in de vorm van MDFT, die nu van de grond gaat komen. Deze therapie zal eind juli 2020 van start gaan en zal veel vragen van de moeder en van [minderjarige] . Verder heeft de gezinsvoogd in gang gezet dat gaande deze therapie een begeleid omgangstraject (BOR-3) tussen de vader en [minderjarige] zal worden opgestart. De moeder krijgt de komende tijd dus veel te verstouwen. Het hof acht de inzet van een gezinsvoogd noodzakelijk om in deze complexe situatie regie te voeren op de ingezette en nog in te zetten hulpverlening. De gezinsvoogd kan in het belang van [minderjarige] tevens als steun in de rug voor de moeder fungeren, de moeder stimuleren en ervoor zorgen dat de moeder aangehaakt blijft als de hulpverlening stagneert of moeizaam verloopt. Daarnaast is de gezinsvoogd nog bezig met het regelen van een weekendgastgezin voor [minderjarige] .
Gelet op de complexiteit van de situatie en de hulpverleningstrajecten die nog moeten worden doorlopen ziet het hof geen aanleiding de ondertoezichtstelling in duur te beperken, zoals de moeder subsidiair heeft verzocht.