De moeder voert, samengevat, het volgende aan.
De ouders zijn tijdens hun studententijd eerst ouders van [minderjarige 1] geworden en nadien van [minderjarige 2] . Zij zijn op twintigjarige leeftijd gehuwd. Partijen hebben de verzorging van de kinderen gecombineerd met het afronden van hun studie. De voormalige echtelijke woning, die inmiddels aan de vader is toebedeeld, staat in [woonplaats vader] . Het was destijds een praktische keuze van de ouders om zich daar te vestigen.
Na haar studie heeft de moeder een passende baan gevonden in [woonplaats moeder] bij [werkgever 1] : in de omgeving van [woonplaats vader] heeft zij deze baan niet kunnen vinden. Het was financieel noodzakelijk de baan aan te nemen, omdat haar studiefinanciering/-lening ten einde liep en de vader zijn salaris inmiddels op zijn eigen rekening liet storten. De vader is na afronding van zijn studie als molenaarsknecht blijven werken, zodat de moeder van hem niets kon verwachten. De moeder heeft de verhuizing goed voorbereid en met de vader besproken. Hij is daarmee ook akkoord gegaan. In verband met de verhuizing en de start van het nieuwe schooljaar hebben de ouders een tijdelijke zorgregeling afgesproken die tot eind december 2018 zou duren. De vader heeft zich echter niet aan zijn woord gehouden.
De baan van de moeder bij [werkgever 1] leek toekomstbestendig, maar zij heeft uiteindelijk toch geen vaste aanstelling kunnen krijgen door de corona-crisis De moeder heeft een nieuwe baan gezocht in onder meer de omgeving [woonplaats vader] en de omgeving [woonplaats moeder] . Zij heeft per 9 maart 2020 een baan gevonden bij [werkgever 2] in [woonplaats moeder] ; het is een tijdelijk contract voor 24 uur per week. In de omgeving [woonplaats vader] waren wederom geen geschikte banen te vinden. De verandering van werkgever heeft niets gewijzigd in haar flexibiliteit en beschikbaarheid voor de kinderen. Bovendien, ook als de huidige aanstelling van de moeder niet verlengd wordt of omgezet wordt in een vaste aanstelling, zijn er in de omgeving [woonplaats moeder] meer mogelijkheden voor de moeder om zich te ontplooien en te groeien in haar vakgebied.
De zorgregeling zoals deze door de rechtbank is vastgesteld, wordt nagekomen. De moeder regelt echter nog steeds alle praktische zorgtaken voor de kinderen, zoals zwemles, een bezoek aan een (tand)arts en de kapper. Zij is genoodzaakt om al deze zorgtaken in te plannen op vrijdagmiddag na 14.00 uur, hetgeen erg lastig is. De vader toont hierin geen enkele flexibiliteit. In de door de moeder voorgestelde regeling kan de moeder deze taken beter uitoefenen, is zij meer betrokken bij de dagelijkse routine en leefwereld van de kinderen én kunnen zowel de vader als de moeder kwalitatief meer tijd met de kinderen doorbrengen, zodat er nog meer dan in de huidige regeling sprake is van gelijkwaardig ouderschap. Nu neemt oma vaderszijde veel zorgtaken op zich, terwijl het voor de kinderen beter is als ze door één van de ouders worden opgevoed. De moeder kan de kinderen naar school brengen, met ze lunchen en weer uit school ophalen. Zij heeft geen externe opvang nodig. Tijdens de coronacrisis toen de scholen gesloten waren, hebben partijen in onderling overleg een andere zorgverdeling afgesproken, waarbij de kinderen vier dagen bij de moeder verbleven en drie dagen bij de vader. Hieruit blijkt wederom dat de moeder beter dan de vader in staat is de zorgtaken te combineren met werk.
De kinderen zijn gewend in [woonplaats moeder] en in [woonplaats vader] en zij hebben het naar hun zin bij de moeder in [woonplaats moeder] . Zij hebben voldoende vriendjes en vriendinnetjes in de buurt, bij de zwemles en bij het kindertheater. De moeder heeft ook een netwerk in haar omgeving. De kinderen zijn nog jong en flexibel en het enige wat feitelijk zal veranderen in het leven van de kinderen als zij bij de moeder worden ingeschreven, is dat [minderjarige 1] naar een andere school zal gaan. [minderjarige 2] begint in groep 1 en hoeft dus niet van school te wisselen.
De kinderen hebben nu een eigen slaapkamer in de woning bij de moeder. Bij de vader slapen de kinderen vaak met de kinderen van de nieuwe partner van de vader op één kamer.
De moeder heeft gekozen voor een woning in een autoluwe omgeving. Er zijn veel speeltuinen en stadsparken, in tegenstelling tot [woonplaats vader] . De kinderen kunnen lopend naar school en er is voldoende middelbaar onderwijs beschikbaar. [minderjarige 1] kan bij de moeder terecht op een school die, gelet op het individueel onderwijs en kleine klassen, beter bij haar past.
Een bijzondere curator kan in de onderhavige kwestie de belangen van de kinderen behartigen en onderzoeken in hoeverre de wens van [minderjarige 1] om weer bij haar moeder te willen wonen en daar naar school te gaan, authentiek is.
Indien het hof anders beslist, dan wenst de moeder dat de kinderen naar de [school 1] in [woonplaats vader] zullen gaan, aangezien de huidige school een lesmethode hanteert die niet goed bij [minderjarige 1] past.