ECLI:NL:GHSHE:2020:2211
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake uithuisplaatsing van minderjarige met betrekking tot de moeder en de William Schrikker Stichting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep van de moeder van de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2011. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.G.P. Voragen, verzet zich tegen de beschikking van de rechtbank Limburg, die op 3 februari 2020 de ondertoezichtstelling van [minderjarige] heeft verlengd en de machtiging tot uithuisplaatsing heeft goedgekeurd. De William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, hierna de gecertificeerde instelling (GI), is de verweerster in deze procedure.
De moeder heeft in haar beroepschrift aangevoerd dat de grond voor de ondertoezichtstelling niet meer aanwezig is en dat de verlenging van de uithuisplaatsing disproportioneel is. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 juni 2020 is de moeder niet verschenen, maar haar advocaat heeft de redenen voor haar afwezigheid toegelicht. De GI heeft in haar verweerschrift gesteld dat de moeder niet-ontvankelijk verklaard moet worden in haar verzoek, en dat de bestreden beschikking moet worden bekrachtigd.
Het hof heeft de zorgen over de pedagogische situatie bij de moeder overwogen, waarbij het opmerkt dat de moeder niet in staat lijkt om haar emoties te reguleren en dat er zorgen zijn over de veiligheid van [minderjarige]. De moeder ontkent de noodzaak van hulpverlening en de GI heeft aangegeven dat [minderjarige] trauma's heeft opgelopen door de onveilige thuissituatie. Het hof heeft geconcludeerd dat de verlenging van de uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van [minderjarige]. De bestreden beschikking is bekrachtigd, en het hof heeft benadrukt dat de moeder eerst hulp voor zichzelf moet zoeken voordat er veranderingen in de huidige situatie van [minderjarige] kunnen worden overwogen.