Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2019 te [geboorteplaats] .
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
De moeder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen.
De raad is, met bericht van verhindering, niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen.
3.De beoordeling
In hoger beroep zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die tot een andere beslissing leiden. Ook nu nog komt de hulpverlening voor de ouders onvoldoende op gang en werken zij niet mee aan noodzakelijk geachte persoonlijkheidsonderzoeken. Een gezinsopname van moeder met [minderjarige] is niet mogelijk geworden omdat de ouders op (vijf) geplande afspraken bij Sterk Huis niet zijn verschenen. Inspanningen van de GI om een andere moeder-kind plaatsing te realiseren, heeft niet tot resultaat geleid, omdat de ouders werden afgewezen of omdat de trajecten niet passend waren voor de ouders. De moeder heeft ook een aantal omgangsmomenten met [minderjarige] om onduidelijke redenen afgezegd. Voorts leidt het hof uit de overgelegde stukken af dat de vader in januari 2020 nog positief is getest op cocaïne. Ook is de vader onvoldoende bereikbaar voor de GI. Het is onduidelijk of ouders nog een relatie met elkaar hebben. Gelet op het voorgaande concludeert het hof dat ook thans nog onvoldoende zicht is op de opvoedvaardigheden van de ouders. Het hof acht de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing tot 26 juli 2020 dan ook noodzakelijk in het belang van de verzorging en opvoeding van [minderjarige] .