Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2008 te [geboorteplaats] .
1.Het geding in eerste aanleg
13 februari 2020, uitgesproken onder voormelde zaaknummers.
2.Het geding in hoger beroep
17 september 2019 is ingediend, dan wel een zodanige regeling vast te stellen zoals in het belang van [minderjarige] wenselijk voorkomt en tevens toe te laten dat [minderjarige] weer in het bezit wordt gesteld van haar telefoon en deze mag gebruiken, volgens de opgestelde regels van de zorgboerderij, te weten tweemaal een half uur per dag.
- de vader, bijgestaan door mr. Jansen;
- mevrouw [vertegenwoordiger van de GI 1] en mevrouw [vertegenwoordiger van de GI 2] namens de GI.
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 11 oktober 2019;
- de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, van 19 oktober 2018, ingekomen ter griffie van het hof op 4 februari 2020;
- de brief met bijlagen van de advocaat van de vader d.d. 30 maart 2020, ingekomen ter griffie van het hof op 1 april 2020;
- de brief van de advocaat van de vader d.d. 31 maart 2020, ingekomen ter griffie van het hof op 1 april 2020;
- nadere stukken van de GI, ingekomen ter griffie van het hof op 6 april 2020;
- de brief van [oudste zoon van de vader] (oudste zoon van de vader: [oudste zoon van de vader] ), ingekomen ter griffie van het hof op 12 maart 2020;
- het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de vader d.d. 5 juni 2020;
- het V6-formulier met bijlage van de advocaat van de moeder d.d. 8 juni 2020;
- de brief van de GI d.d. 10 juni 2020.
3.De beoordeling (in beide zaken)
C/02/354013 / JE RK 19-56het verzoek tot uithuisplaatsing van [minderjarige] afgewezen;
/02/362376 / JE RK 19-1614, de ondertoezichtstelling van [minderjarige] en de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder met ingang van 1 november 2019 tot 1 november 2020 verlengd en de verzoeken van de vader voor het overige afgewezen en
C/02/363141 / JE RK 19-1747het verzoek van de vader tot vervallen verklaren van de schriftelijke aanwijzing d.d. 10 september 2019 afgewezen.
Uit het gedrag van [minderjarige] blijkt duidelijk dat zij knel zit.