Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 5868380 / 17-3299)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep,
- de memorie van grieven, tevens houdende wijziging van eis, met producties,
- de memorie van antwoord,
- de akte van de zijde van [appellant] van 30 oktober 2018,
- de antwoordakte van de zijde van [geïntimeerde] van 27 november2018.
3.De beoordeling
“Kosten vaststelling schade en rapportage”.
“dat dit niet aan de orde is. Het onderzoek naar de brand is nog niet afgerond.”
“direct te voldoen aan hetgeen in deze brief is gesteld”.
“Kosten vaststelling aansprakelijkheid, schade en rapportage”.
“(…) Ik verwijs naar ons telefoongesprek (…), waaruit ik heb opgemaakt dat u onze brief van 2 juli jongstleden niet hebt ontvangen. Bijgevoegd (…) een kopie van deze brief (…). Ik wil u verzoeken de gevraagde informatie (…) aan mijn collega (…) te versturen. Hij zal in overleg met u de omvang van de (…) schade vaststellen. (…)”.
“dat de schade dezerzijds reeds is vastgesteld. [geïntimeerde] is reeds in het bezit gesteld van een deugdelijke onderbouwing van de schadeclaim (…). (…) Echter primair zal er (…) helderheid moeten komen of [geïntimeerde] haar aansprakelijkheid erkent (of zich anderszins wil verbinden tot schadeloosstelling) aangaande de door mijn cliënt als gevolg van de brand geleden en te lijden schade. Tot dusver is van die bereidheid niet gebleken, wel van het tegendeel. Vervolgens kan zonodig de schadeclaim dezerzijds nog worden toegelicht. (…)”.
grieven 1, 2 en 3zijn gericht tegen de feiten vermeld in het bestreden vonnis onder 2.1. Het hof heeft hiervoor, rekening houdend met wat partijen hierover over en weer in hoger beroep hebben aangevoerd, een nieuw overzicht gegeven van de feiten waarvan het hof in hoger beroep uitgaat. [appellant] heeft in zoverre dan ook geen belang bij deze grieven.
grieven 4 tot en met 14hebben betrekking op de beoordeling hiervan. Met de
grieven 4 tot en met 12klaagt [appellant] , kort gezegd, over het oordeel van de kantonrechter, dat hij heeft gehandeld in strijd met de beginselen van redelijkheid en billijkheid die hij tegenover [geïntimeerde] in acht behoorde te nemen, en de motivering daarvan. Met de
grieven 13 en 14klaagt hij, samengevat, over het oordeel van de kantonrechter met betrekking tot het niet erkennen van aansprakelijkheid door [geïntimeerde] voor de door hem geleden schade en de motivering daarvan. Het hof zal deze grieven gezamenlijk behandelen.
“Kosten vaststelling schade en rapportage”.
“dat dit niet aan de orde is. Het onderzoek naar de brand is nog niet afgerond.”Per e-mail van 26 juni 2015 heeft [verzekeringsmakelaar] aan Energy Engineering medegedeeld dat diezelfde dag melding is gemaakt van de schade van [appellant] bij de aansprakelijkheidsverzekeraar, dat [expertisebureau] is benoemd om een onderzoek naar de aansprakelijkheid en omvang van de schade uit te voeren en dat een expert van [expertisebureau] binnenkort contact zal opnemen met Energy Engineering. Op 31 juli 2015 is op verzoek van [appellant] aan [geïntimeerde] een brief, met bijlagen, betekend, met sommatie
“direct te voldoen”aan hetgeen in die brief is gesteld
.In deze, zes pagina’s omvattende, brief wordt met name ingegaan op het standpunt van [appellant] dat en waarom [geïntimeerde] aansprakelijk is voor de schade die hij door de brand heeft geleden. In de brief staat onder meer:
“(…) Vanwege dat [geïntimeerde] blijkens haar brief van 24-06-2015 geen aansprakelijkheid erkent, zijn er (aanvullende) kosten (…) ter zake de vaststelling van de aansprakelijkheid zoals (…) uiteengezet in dit schrijven en heeft zij blijk gegeven dat het onderzoek op locatie ‘dus’ noodzakelijk was en de kosten daarvan te rechtvaardigen zijn.
“Kosten vaststelling aansprakelijkheid, schade en rapportage”, bestaande uit een bedrag groot € 690,00 aan
“Kosten vaststelling schade en rapportage”als opgenomen in het schaderapport van 15 juni 2015, een bedrag groot € 345,00 aan
“(extra) kosten in verband met onderzoek op locatie”en een bedrag groot € 2.012,50 aan
“(extra) kosten in verband met de vaststelling aansprakelijkheid e.d.”te vermeerderen met een pm-post voor betekening van het exploot.
grieven 15 en 16betreffen veeggrieven, waarin [appellant] klaagt over de verwerping van zijn stellingen door de kantonrechter, over het oordeel van de kantonrechter dat de door [appellant] gevorderde kosten niet als redelijk kunnen worden aangemerkt en om die reden niet voor vergoeding in aanmerking komen, en over de afwijzing van zijn vorderingen en zijn veroordeling in de proceskosten.