ECLI:NL:GHSHE:2020:2081
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige met ontwikkelingsbedreigingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 9 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2011, die opgroeit in een onrustige opvoedingsomgeving. De vader, die sinds eind 2018 het hoofdverblijf van de minderjarige heeft, heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Limburg van 30 januari 2020 aangevochten, waarin de minderjarige onder toezicht is gesteld van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (GI) voor de duur van negen maanden. De rechtbank had vastgesteld dat de ouders onvoldoende in staat waren om de zorg en begeleiding te bieden die de minderjarige nodig heeft, gezien zijn ernstige ontwikkelingsbedreigingen en de problematiek van de ouders. Tijdens de mondelinge behandeling op 25 juni 2020 hebben zowel de vader als de moeder hun standpunten toegelicht, waarbij de vader stelde dat hij alle hulpverlening heeft geaccepteerd en dat de ondertoezichtstelling onterecht was. De moeder gaf aan dat zij niet achter de hulpverlening stond, maar bereid was om mee te werken aan nieuwe hulpverlening. De GI en de Raad voor de Kinderbescherming benadrukten het belang van continuïteit in de hulpverlening en de noodzaak van de ondertoezichtstelling. Het hof oordeelde dat, ondanks positieve ontwikkelingen, de ondertoezichtstelling noodzakelijk blijft om de hulpverlening te waarborgen en de ontwikkeling van de minderjarige te monitoren. Het hof bekrachtigde de beschikking van de rechtbank en stelde dat de ondertoezichtstelling tot 30 oktober 2020 moet voortduren.