Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[B.V. 1] B.V.,
2. [B.V. 2] B.V.,
3. [B.V. 3] B.V.,
4. [verzoeker 4] ,
1.[verweerder 1] ,
2. [verweerder 2] ,
3. [verweerder 3] ,
1.De hoofdzaak
2.Het verzoek
ONDER PROTEST – vermeende nakosten verz. Schrift den bosch”. Gelet op deze betaling trekken [verzoeker] c.s. hun verzoek ex artikel 237 lid 4 Rv in en gaan zij ervan uit dat de geplande zitting op 29 juli 2020 geen doorgang zal vinden.
Ik schrijf u naar aanleiding van uw bericht d.d. 10 juni 2020(lees: 9 juni 2020; hof)
aan het hof. Het hof geeft u geen verlenging van de inmiddels verlopen termijn om een verweerschrift in te dienen. De zitting van 29 juli 2020 zal, gelet op de intrekking van het beroep, geen doorgang vinden. Het hof zal deze zaak op stukken afdoen. (…)’.