De vader voert in het beroepschrift - samengevat - aan dat het onduidelijk is waarop de rechter zijn oordeel baseert dat sprake is van een ernstige bedreiging van de zedelijke of geestelijke belangen of gezondheid van de kinderen. De rechter heeft zijn oordeel enkel kunnen baseren op de gestelde en zeer overtrokken zorgen van de raad, zonder dat de raad zicht heeft kunnen krijgen op de leefomgeving en de opvoedsituatie van de kinderen. De kinderen hebben een ruime zorg- en contactregeling met de vader, verblijven ook regelmatig bij de ouders van de moeder en brengen een groot deel van hun tijd op school door. De vader betwist dat de ouders niet bereid zouden zijn om hulpverlening in enig vrijwillig kader te accepteren. Inmiddels hebben zij ook afspraken met elkaar gemaakt over de contactregeling. De rechtbank heeft ten onrechte overwogen dat er zicht moet komen op de pedagogische vaardigheden van de ouders, nu uit het rapport van de raad niet blijkt dat hieromtrent twijfels zijn.
Volgens de vader is er een vals uitgangspunt geweest voor het aanvragen van een voorlopige ondertoezichtstelling door de raad, aangezien de vader op grond van de beschikking van 13 november 2019 in zijn recht stond om de kinderen niet mee te geven aan de politie in verband met het niet nakomen van de contactregeling.
De vader betwist dat hij geweld heeft gepleegd richting de moeder, dat hij negatieve uitspraken tegen de kinderen doet over de moeder, dat hij het paspoort van de moeder zou hebben ingenomen en dat dat hij heeft gezegd dat hij met de kinderen Nederland zou ontvluchten.
De overeengekomen contactregeling wordt soepel en praktisch nagekomen. Ouders zijn derhalve in staat om op een constructieve wijze te communiceren in het belang van de kinderen. De kinderen worden van beide kanten niet (meer) belast met een loyaliteitsconflict. Sinds de laatste zitting d.d. 12 februari 2020 gaat het beter tussen de ouders en is een ondertoezichtstelling niet langer noodzakelijk. Enige toegevoegde waarde van een gezinsvoogd ontbreekt, nu deze sinds de bestreden beschikking, op een intake na, niets van zich heeft laten horen. De vader beroept zich voorts op het recht op eerbiediging van het gezinsleven (art. 8 EVRM). Gelet op al het voorgaande is een (verdere) ondertoezichtstelling van de kinderen niet meer aan de orde.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de vader verder nog naar voren gebracht dat hij zelf nooit achter de ondertoezichtstelling heeft gestaan en dat in de bestreden beschikking de woorden van de voormalige advocaat zijn opgenomen, die vader adviseerde zich niet tegen de ondertoezichtstelling te verzetten. Volgens de vader is er niets met de kinderen aan de hand. Als zij bij hem zijn, zijn ze vrolijk en hij kan niet uit het gedrag van de kinderen afleiden dat ze iets van de tussen hem en de moeder voorgevallen incidenten hebben meegekregen. De recentelijk door de moeder tegen de vader gedane aangifte is vals. De vader betwist dat er incidenten zijn geweest tussen hem en de moeder. De door de moeder bij Sterk Thuis gedane meldingen berusten evenmin op de waarheid. De moeder wil de vader gewoon kapotmaken en hij heeft geen vertrouwen in de moeder in haar rol als moeder. De vader maakt zich ook zorgen over de fysieke verzorging van de kinderen door de moeder en over het welzijn van de kinderen in het algemeen als zij bij de moeder zijn. De vader helpt de kinderen altijd met hun schoolwerk. Onlangs is de contactregeling gewijzigd en thans verblijven de kinderen de ene week bij de moeder en de andere week bij de vader, waarbij de wisseling plaatsvindt op een maandag, waarbij de kinderen in de ochtend door de ene ouder naar school gebracht worden en door de andere ouder uit school worden gehaald. Deze wijziging is via de GI tot stand gekomen, aangezien de moeder geen contact met de vader wil. De vader staat achter deze contactregeling en zegt deze ook na de echtscheiding te willen handhaven. Als de vader moet werken, dan zorgt zijn moeder voor de kinderen en zij is daartoe prima in staat. De vader voelt zich niet gezien en gehoord door de GI. Ondanks dat hij het gezag heeft over de kinderen, wordt hij nergens bij betrokken. De moeder wordt door de GI voorgetrokken.