Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige](hierna te noemen: [minderjarige] ), geboren op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] (Oekraïne).
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om de bekrachtiging van een ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2011 in Oekraïne. De vader, appellant in deze zaak, heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 20 februari 2020 aangevochten, waarin de rechtbank heeft besloten om [minderjarige] onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering. De vader verzocht het hof om de raad niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek tot ondertoezichtstelling, dan wel het verzoek tot ondertoezichtstelling af te wijzen of de duur ervan te beperken tot zes maanden.
Tijdens de mondelinge behandeling op 9 juni 2020 zijn de vader, zijn advocaat, de vertegenwoordiger van de raad en de GI gehoord. De moeder was niet verschenen, ondanks dat zij behoorlijk was opgeroepen. De vader voerde aan dat de raad niet over de benodigde geboorteakte beschikte en dat er geen sprake was van een ontwikkelingsbedreiging voor [minderjarige]. De raad daarentegen stelde dat er wel degelijk zorgen waren over de opvoedsituatie, vooral gezien het verleden van huiselijk geweld tussen de ouders. De GI bevestigde dat [minderjarige] momenteel veilig is bij de moeder, maar dat er zorgen zijn over de toekomst.
Het hof heeft de argumenten van beide partijen gewogen en geconcludeerd dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de ontwikkeling van [minderjarige] te waarborgen. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van [minderjarige] voorop stond. De vader's verzoeken werden afgewezen, en het hof benadrukte dat de hulpverlening in het kader van de ondertoezichtstelling essentieel is voor de toekomst van [minderjarige].