ECLI:NL:GHSHE:2020:2007
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Verwijzing na Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak na onrechtmatige controle op basis van nationaliteit in verkeerszaak
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 juni 2020 uitspraak gedaan na verwijzing door de Hoge Raad. De verdachte werd vrijgesproken van het rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs. De vrijspraak volgde na de constatering dat er sprake was van een onrechtmatige uitoefening van de controlebevoegdheid, waarbij indirect onderscheid werd gemaakt op basis van nationaliteit of afkomst van de inzittenden van een voertuig. Dit vormverzuim leidde tot een aanzienlijke inbreuk op fundamentele beginselen van de rechtsorde, zoals het gelijkheidsbeginsel en het non-discriminatiebeginsel.
De zaak begon met een veroordeling door de politierechter in 2015, die de verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf oplegde. Na hoger beroep en een vernietiging door de Hoge Raad, werd de zaak terugverwezen naar het hof. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de controle van de verdachte plaatsvond in het kader van het 'Project Moelander', dat gericht was op voertuigen uit Midden- en Oost-Europa. Het hof oordeelde dat er geen gerechtvaardigde grond was voor het selecteren van voertuigen op basis van kenteken, wat leidde tot de conclusie dat de verdachte niet gelijk was behandeld ten opzichte van andere bestuurders.
Het hof concludeerde dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk was in de vervolging, maar dat de verdachte vrijgesproken moest worden vanwege het ontbreken van wettig bewijs, aangezien alle bewijsmiddelen voortvloeiden uit de onrechtmatige controle. De uitspraak benadrukt het belang van gelijke behandeling en de noodzaak om discriminatie in het strafproces te voorkomen.