ECLI:NL:GHSHE:2020:1985
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Partneralimentatie en wijziging van omstandigheden in hoger beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep inzake partneralimentatie tussen een vrouw en een man, die eerder zijn gescheiden. De vrouw heeft in hoger beroep beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 18 april 2019, waarin haar verzoek om partneralimentatie werd afgewezen. De vrouw verzoekt het hof om de man te verplichten tot betaling van € 850,-- per maand als partneralimentatie, met ingang van 1 september 2018. De man verzet zich tegen dit verzoek en vraagt het hof om de eerdere beschikking te bekrachtigen.
Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft vastgesteld dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden. De vrouw heeft op 26 oktober 2018 haar verzoekschrift ingediend, wat betekent dat de man vanaf die datum rekening kon houden met de te betalen partneralimentatie. Het hof heeft de ingangsdatum voor de alimentatie vastgesteld op 1 november 2018.
De vrouw stelt dat haar huwelijksgerelateerde behoefte hoger is dan het bedrag dat de man in eerste aanleg heeft gesteld, maar het hof oordeelt dat de vrouw onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar stellingen over de 'zwarte' inkomsten van de man. De man heeft aangetoond dat hij geen draagkracht heeft om partneralimentatie te betalen, gezien zijn inkomen en de verhaalsbijdrage die door de gemeente aan hem is opgelegd. Het hof bekrachtigt daarom de beschikking van de rechtbank, maar op andere gronden dan eerder vastgesteld.