Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) weken.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, waarbij de verdachte op 31 augustus 2018 was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 weken voor verduistering. De verdachte, geboren in 1986 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn hoger beroep, omdat hij geen inhoudelijke grieven had ingediend. Het hof heeft echter vastgesteld dat de verdachte wel een grievenformulier had ingediend, waarin hij zijn persoonlijke omstandigheden uiteenzette en aangaf dat hij niet op de zitting in eerste aanleg aanwezig was. Het hof oordeelt dat de verdachte ontvankelijk is in zijn hoger beroep.
Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep, omdat de politierechter niet heeft voldaan aan het motiveringsvoorschrift van artikel 359 van het Wetboek van Strafvordering. De verdachte is beschuldigd van verduistering van foto-apparatuur die hij had gehuurd van de benadeelde. Het hof acht bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verduistering, meermalen gepleegd, en legt een gevangenisstraf van 6 weken op. Het hof weegt de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn eerdere veroordelingen mee in de strafoplegging. De beslissing is gegrond op de artikelen 57, 63 en 321 van het Wetboek van Strafrecht.