ECLI:NL:GHSHE:2020:1884
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek in een civiele procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 juni 2020 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, die betrokken was in een civiele procedure onder zaaknummer 200.274.215/01, had op 26 mei 2020 een mondelinge behandeling gehad. Tijdens deze behandeling voelde verzoeker zich benadeeld omdat hij onvoldoende gelegenheid kreeg om zijn standpunt naar voren te brengen, terwijl de tegenpartij, [geïntimeerde], wel de ruimte kreeg om haar belangen te verwoorden. Verzoeker diende op 2 juni 2020 een wrakingsverzoek in, maar dit werd als te laat beschouwd omdat de gronden voor de wraking al op 26 mei 2020 bekend waren. De wrakingskamer oordeelde dat verzoeker niet aan de eisen van artikel 37 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering had voldaan, waardoor het verzoek tot wraking werd afgewezen. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 18 juni 2020, en het proces in de hoofdzaak werd voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek.