Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
BESLISSING
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, voor zover nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 juni 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg. De verdachte was eerder veroordeeld voor het voorhanden hebben van voorwerpen die bestemd waren voor de teelt van hennep, maar het hof heeft geoordeeld dat niet bewezen kon worden dat de verkoop door de verdachte was bestemd voor beroeps- of bedrijfsmatige teelt van hennep of voor grootschalige hennepteelt. De verdachte had een gevangenisstraf van drie maanden voorwaardelijk opgelegd gekregen, maar het hof heeft dit vonnis vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging.
De zaak kwam aan het licht na een politie-inval op 29 april 2015 in een winkelpand in Heerlen, waar een grote hoeveelheid goederen werd aangetroffen die gebruikt konden worden voor de hennepteelt. De verdediging stelde dat er geen bewijs was dat de goederen bestemd waren voor grootschalige teelt en dat er geen 'criminele intentie' aan de zijde van de verdachte was. Het hof concludeerde dat de aangetroffen goederen, hoewel ze gebruikt konden worden voor hennepteelt, niet zonder meer bewijs opleverden voor de bedoelde bestemming. Er ontbrak steun in andere bewijsmiddelen om de bestemming tot grootschalige of beroepsmatige teelt te bevestigen.
Het hof heeft de verdachte vrijgesproken en gelast dat de in beslag genomen voorwerpen, voor zover nog niet teruggegeven, aan de verdachte worden teruggegeven. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs voor een veroordeling in zaken die betrekking hebben op de Opiumwet, en dat de intentie van de verdachte cruciaal is voor de beoordeling van de zaak.