ECLI:NL:GHSHE:2020:1783
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging ontnemingsbeslissing met aanvulling van gijzeling
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 juni 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant van 20 april 2018. Het betreft een vordering ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht in een strafzaak met parketnummer 01-993208-16. De verdachte, geboren in 1978, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Tijdens de zitting heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis heeft gevorderd, en van de argumenten van de verdediging, die eveneens om bevestiging heeft verzocht.
Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar heeft dit aangevuld met de duur van de gijzeling. De rechtbank had het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 5.000,00 en de verdachte verplicht om dit bedrag aan de Staat te betalen. Het hof heeft deze beslissing overgenomen en de duur van de gijzeling vastgesteld op 200 dagen, conform de nieuwe wetgeving die op 1 januari 2020 in werking is getreden. Deze wetgeving vereist dat de rechter bij de oplegging van de maatregel de duur van de gijzeling bepaalt, waarbij voor elke volle € 25,- van het opgelegde bedrag niet meer dan één dag gijzeling kan worden opgelegd, met een maximum van drie jaar.
De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken van het hof, met mr. A.M.G. Smit als voorzitter, en is op 11 juni 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken.