ECLI:NL:GHSHE:2020:1770
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging ondertoezichtstelling van minderjarigen door Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 juni 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2]. De moeder, appellante, had in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 29 november 2019 aangevochten, waarin de ondertoezichtstelling was verlengd. De moeder stelde dat de Gecertificeerde Instelling (GI) niet in staat was om haar wettelijke taak uit te voeren en dat de ondertoezichtstelling geen toegevoegde waarde meer had. De GI zelf gaf aan geen verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling in te dienen, omdat de kinderen hulpverleningsmoe waren en het goed ging met hen in hun huidige woonsituaties.
Het hof overwoog dat de ouders niet voldaan hadden aan de opdrachten van de rechtbank en dat de strijd tussen hen een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor de kinderen vormde. De GI was niet in staat om de situatie te verbeteren en de kinderen gaven aan rust te willen. Het hof concludeerde dat er geen gronden waren om de ondertoezichtstelling eerder dan 2 juni 2020 te beëindigen en bekrachtigde de beschikking van de rechtbank. Het hof benadrukte de noodzaak voor de ouders om hun verantwoordelijkheden te erkennen en aan hun ouderproblematiek te werken, om zo de impact op het welzijn van hun kinderen te minimaliseren.