Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
- mevrouw [de moeder] , hierna: de moeder;
- de heer [de vader] , hierna: de vader.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- primair, het inleidend verzoek van de GI alsnog integraal af te wijzen;
- subsidiair, de eerste voorwaarde van het hulpverleningsplan te schrappen, dan wel dat het hof een zodanige beslissing neemt die het hof juist acht.
- [minderjarige] met zijn advocaat;
- de GI, vertegenwoordigd door de heer [gezinsvoogd] ;
- de moeder;
- de vader.
- het procesdossier in eerste aanleg;
- productie 4, overgelegd door de advocaat van [minderjarige] op 3 april 2020;
- het raadsrapport van 26 september 2019;
- de brieven van de raad van 6 mei 2020 en 12 mei 2020 waarin de raad meedeelt niet te zullen verschijnen op de mondelinge behandeling in hoger beroep;
3.De beoordeling
[minderjarige]) geboren.
- dat hij meewerkt aan alle afspraken met de ingezette hulpverlening (waaronder MST);
- dat hij zich houdt aan de afspraken in het verlofcontract en veiligheidsplan en dat hij alleen op de afgesproken momenten bij zijn vader is;
- dat hij alleen contact heeft met de vrienden die in het verlofcontract staan, in het bijzijn van zijn moeder of in het bijzijn van de ouders van die vrienden (en de moeder controleert dit);
- dat hij elke dag alle lesuren naar school gaat of andere (door de gezinsvoogd met de ouders) ingezette dagbesteding;
- dat hij alleen positieve contacten heeft met de politie, geen opsporings- of aanhoudingsberichten, geen overtredingen of delinquent gedrag, geen (soft)drugs of alcohol.