3.1.In dit hoger beroep gaat het hof uit van de feiten die de rechtbank heeft vastgesteld in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.16. Voor zover relevant vult het hof de opsomming aan met enkele andere feiten die tussen partijen vaststaan. Kort gezegd gaat het in deze zaak om het volgende.
3.1.1.Het zorgkantoor is op basis van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) belast met het uitvoeren van regelingen op het gebied van de langdurige zorg.
3.1.2.Bij besluit van 4 maart 2011 heeft het zorgkantoor (toen Univé-VGZ-IZA-Trias Zorgkantoren geheten) aan [betrokkene] een persoonsgebonden budget (hierna: budget of PGB) voor het jaar 2010 toegekend van in totaal € 92.118,53. Als reden voor het afgeven van het besluit is vermeld: 'Nieuwe beschikking i.v.m. wijzigen eigen bijdrage'.
In het besluit is een overzicht gegeven, waarop zijn vermeld de in 2010 uitbetaalde voorschotten, een terugvordering van € 6.292,49 en een nog uit te betalen voorschot van
€ 70,75. In het besluit is verder vermeld dat [betrokkene] binnen zes weken na het verzenden daarvan bezwaar kon maken bij het zorgkantoor.
3.1.3.Bij besluit van 25 mei 2011 heeft het zorgkantoor aan [betrokkene] meegedeeld dat haar budget voor 2011 per 1 januari 2011 is ingetrokken. Als reden is vermeld: 'reeds in voorgaande budgetperiode beëindigd'. Het zorgkantoor heeft in het besluit verder meegedeeld dat [betrokkene] een acceptgiro zou ontvangen voor het terugbetalen van het PGB 2011 en dat het terug te betalen bedrag € 27.307,64 was. In het besluit is vermeld dat [betrokkene] binnen zes weken na het verzenden daarvan bezwaar kon maken bij het zorgkantoor.
3.1.4.Bij besluit van dezelfde datum (25 mei 2011) heeft het zorgkantoor aan [betrokkene] een Jaarafrekening Persoonsgebonden Budget over 2010 afgegeven. Volgens deze jaarafrekening had [betrokkene] in 2010 recht op een PGB van € 39.912,29. Daarbij is onder 'jaarafrekening' verder vermeld:
- € 44.755,27 voor het totaal van alle netto bedragen op de toekenningsbeschikking(en) PGB in 2010
- € 39.292,42 voor het totaal van door het zorgkantoor goedgekeurde bedragen
- € 619,87 voor een vrij besteedbaar bedrag.
Rekening houdend met ontvangen voorschotten (€ 92.118,53), tussentijds in rekening gebrachte bedragen (€ 0,00) en het recht op PGB in 2010 (€ 39.912,29) resteerde volgens het besluit een door [betrokkene] terug te betalen bedrag van € 52.206,24.
In het besluit is vermeld dat [betrokkene] binnen zes weken na het verzenden daarvan bezwaar kon maken bij het zorgkantoor.
3.1.5.Bij besluit van 22 juli 2011 ('beschikking verantwoordingsresultaat Persoonsgebonden Budget') heeft het zorgkantoor aan [betrokkene] onder meer meegedeeld dat [betrokkene] over de periode van 1 juli 2010 tot en met 31 december 2010 € 13.650,87 had verantwoord, waarvan het zorgkantoor € 13.530,87 had goedgekeurd.
3.1.6.Bij besluit van 1 november 2011 heeft het zorgkantoor aan [betrokkene] een Jaarafrekening Persoonsgebonden Budget over 2010 afgegeven. Volgens deze jaarafrekening had [betrokkene] in 2010 recht op een PGB van € 54.073,29. Daarbij is onder 'jaarafrekening' verder vermeld:
- € 92.118,53 voor het totaal van alle netto bedragen op de toekenningsbeschikking(en) PGB in 2010
- € 52.823,29 voor het totaal van door het zorgkantoor goedgekeurde bedragen
- € 1.250,00 voor een vrij besteedbaar bedrag.
Rekening houdend met ontvangen voorschotten (€ 92.118,53), tussentijds in rekening gebrachte bedragen (€ 52.206,24) en het recht op PGB in 2010 (€ 54.073,29) resteerde volgens het besluit een door [betrokkene] nog te ontvangen bedrag van € 14.161,00.
Daarbij is vermeld: 'Met dit bedrag wordt een gedeelte van de openstaande vordering voldaan. De restvordering bedraagt € 65367,88'.
In het besluit is vermeld dat [betrokkene] binnen zes weken na het verzenden daarvan bezwaar kon maken bij het zorgkantoor.
3.1.7.Bij besluit van 15 november 2011 heeft het zorgkantoor aan [betrokkene] een Jaarafrekening Persoonsgebonden Budget over 2010 afgegeven. Volgens deze jaarafrekening had [betrokkene] over 2010 recht op een PGB van € 71.808,76. Daarbij is onder 'jaarafrekening' verder vermeld:
- € 92.118,53 voor het totaal van alle netto bedragen op de toekenningsbeschikking(en) PGB in 2010
- € 70.558,76 voor het totaal van door het zorgkantoor goedgekeurde bedragen
- € 1.250,00 voor een vrij besteedbaar bedrag.
Rekening houdend met ontvangen voorschotten (€ 106.279,53), tussentijds in rekening gebrachte bedragen (€ 52.206,24) en het recht op PGB in 2010 (€ 71.808,76) resteerde volgens het besluit een door [betrokkene] nog te ontvangen bedrag van € 17.735,47.
In het besluit is vermeld dat [betrokkene] binnen zes weken na het verzenden daarvan bezwaar kon maken bij het zorgkantoor.
3.1.8.[ex-echtgenoot van betrokkene] , destijds echtgenoot van [betrokkene] , heeft in november 2011 telefonisch gesproken met het zorgkantoor over openstaande rekeningen die [betrokkene] aan zorgverleners moest betalen.
3.1.9.Bij brief van 17 november 2011 heeft het zorgkantoor aan [betrokkene] het volgende meegedeeld:
U heeft bij ons een bezwaarschrift ingediend. In deze brief reageren wij op uw bezwaarschrift van 29
oktober 2010. Het gaat hierbij om een informatieve brief en geen beslissing op bezwaarschrift.
U maakt bezwaar tegen de jaarafrekening 2010 van 22 juli 2011. Door de intrekking van uw persoonsgebonden budget (dd 25 mei 2011) en de jaarafrekening 2010 van 25 mei 2011 was reeds een vordering ontstaan.
Uw persoonsgebonden budget is ingetrokken op 25 mei 2011 omdat wij de stukken voor de intensieve controle (opgevraagd in onze brief van 14 maart 2011) van uw verantwoording voor de periode 1 juli 2010 t/m 31 december 2010 niet tijdig hebben ontvangen. Vervolgens heeft u een correctie ingediend en deze aangevuld met de stukken voor de intensieve controle. Uit de meegestuurde stukken bleek echter dat de verantwoorde bedragen niet overeenkwamen met de facturen en betaalbewijzen.
Om de genoemde reden is in de beschikking verantwoordingsresultaat persoonsgebonden budget van 22 juli 2011 aan u medegedeeld dat er verschillende bedragen in mindering zijn gebracht op het totaal verantwoorde bedrag.
In totaal is wegens de intrekking van uw persoonsgebonden budget (dd 25 mei 2011) en de jaarafrekening 2010 van 25 mei 2011 een bedrag van € 79.513,88 teruggevorderd. Op 1 november 2011 is echter een gecorrigeerde jaarafrekening naar u gestuurd, waaruit een nabetaling van € 14.161,00 komt. Dit bedrag is in mindering gebracht op de vordering waardoor deze op dat moment nog € 65.352,88 bedroeg.
Wij hebben aan de hand van de door u toegestuurde stukken uw verantwoording voor de periode 1 juli 2010 t/m 31 december 2010 nogmaals gewijzigd. Hierbij ontvangt u:
• De gecorrigeerde beschikking verantwoordingsresultaat voor de periode 1 juli 2010 t/m 31 december 2010
• De gecorrigeerde jaarafrekening 2010
Hieronder volgt een toelichting op de goedgekeurde bedragen voor uw zorgverleners. U heeft in het bezwaarschrift aangegeven dat het totaalbedrag voor 2010 van OAZE € 27.899,00 bedraagt (€ 24.045,00 heeft u reeds betaald, € 3.854,00 moet u nog betalen). Wij zijn van dit bedrag uitgegaan. Voor de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010 heeft u reeds € 17.592,42 verantwoord. Voor de periode 1 juli 2010 t/m 31 december 2010 hebben wij daarom € 10.306,58 (€ 27.899,00 - € 17.592,42) goedgekeurd.
Voor zorgverlener SGL heeft u twee facturen van € 359,76 toegestuurd. Uit coulance hebben wij dit gehele bedrag geaccepteerd, hoewel wij alleen een betaalbewijs hebben ontvangen van de factuur van € 239,84.
U geeft aan € 20.600,00 te hebben uitbetaald aan zorgverlener [ex-echtgenoot van betrokkene] . Dit bedrag hebben wij uit coulance geaccepteerd, hoewel het niet geheel was te herleiden uit de betaalbewijzen. In totaal is hierdoor voor de periode 1 juli 2010 t/m 31 december 2010 € 31.266,34 verantwoord (€ 10.306,58 + € 359,76 + € 20.600,00).
Zoals u ziet komt uit de jaarafrekening bij deze brief een nabetaling van € 17.735,47 dit bedrag zal worden verrekend met de openstaande vordering. Hierdoor blijft de volgende vordering over:
€ 65.352,88 vordering (na nabetaling door jaarafrekening 1 november 2011)
€ 17.735,47- nabetaling door gecorrigeerde jaarafrekening 15 november 2011
€ 47.617,41
€ 27.307,64- verrekende voorschotten 2011
€ 20.309,77 restant vordering.
Er blijft een vordering over van € 20.309,77. Het zorgkantoor zal uit coulance een bedrag van € 30.000,00 aan u overmaken. Wij verzoeken u dit bedrag te gebruiken om zelf het restant van de vordering te betalen. U heeft reeds een acceptgiro ontvangen. Wij verzoeken u de betaling te storten op het rekeningnummer op de acceptgiro onder vermelding van het betalingskenmerk. Wanneer u het restant van de vordering heeft betaald, zullen de betalingen voor 2011 weer worden hervat.
Voor de definitieve afhandeling van uw bezwaarschrift hebben wij een ingevuld formulier “intrekken/voortzetten bezwaarschrift” nodig. Is onze reactie naar uw tevredenheid? Kruist u dan “intrekken” aan. Is onze reactie niet naar uw tevredenheid en wenst u de juridische procedure voort te zetten? Kruis dan “verzoek tot afgeven beslissing op bezwaar” aan.
3.1.10.[betrokkene] heeft het bedrag van € 30.000,00 van het zorgkantoor ontvangen. Zij heeft het bedrag van € 20.309,77 niet aan het zorgkantoor betaald.
3.1.11.Bij e-mail van 21 november 2011 heeft [ex-echtgenoot van betrokkene] namens [betrokkene] het formulier 'intrekken/voortzetten bezwaarschrift' aan het zorgkantoor teruggezonden en daarbij meegedeeld:
Intrekking bezwaarschrift [betrokkene] (…)
(…)
Hierbij zenden wij u het gevraagde formulier.
WIJ gaan hier mee akkoord omdat een gerechtelijke procedure weer tijdrovend zal worden en wij ons dit in deze situatie niet kunnen permitteren.
3.1.12.Bij besluit van 28 maart 2012 heeft het zorgkantoor aan [betrokkene] een PGB toegekend voor het jaar 2011 van in totaal € 85.394,89. Als reden voor het afgeven van het besluit is vermeld: 'Nieuwe beschikking i.v.m. wijzigen eigen bijdrage'.
Onder 'Bevoorschotting' zijn voorschotten vermeld die in de maanden januari tot en met april 2011 zijn uitbetaald tot een bedrag van in totaal € 27.307,64. Een gelijk bedrag is als teruggevorderd bedrag daarvan afgetrokken. Daaronder is vermeld dat € 30.000,00 en
€ 27.307,64 zijn betaald en dat op 1 april 2012 een bevoorschotting plaatsvindt van
€ 28.087,25 voor de maand december 2011. In het besluit is vermeld dat [betrokkene] binnen zes weken na het verzenden daarvan bezwaar kon maken bij het zorgkantoor.
3.1.13.Bij besluit van 10 april 2012 heeft het zorgkantoor aan [betrokkene] een Jaarafrekening Persoonsgebonden Budget over 2011 afgegeven. Volgens deze jaarafrekening had [betrokkene] over 2011 recht op een PGB van € 0,00 en moest zij nog € 57.307,64 aan het zorgkantoor terugbetalen. Daarbij is vermeld dat tussentijds € 27.307,64 in rekening is gebracht.
In het besluit is vermeld dat [betrokkene] binnen zes weken na het verzenden daarvan bezwaar kon maken bij het zorgkantoor.
3.1.14.Bij brief van 17 april 2012 heeft het zorgkantoor aan [betrokkene] een acceptgiro verzonden voor het terugbetalen van € 57.307,64.
3.1.15.Bij brief van 18 augustus 2014 heeft [ex-echtgenoot van betrokkene] namens [betrokkene] een bezwaarschrift bij het zorgkantoor ingediend. Bij besluit van 9 oktober 2014 heeft het zorgkantoor op het bezwaar beslist. Blijkens de beslissing op het bezwaar heeft het zorgkantoor aangenomen dat het bezwaar was gericht tegen het besluit van 10 april 2012. Het bezwaar is niet-ontvankelijk verklaard, omdat dit niet tijdig was ingediend en de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was.
3.1.16.Bij brief van 15 december 2014 heeft het zorgkantoor [betrokkene] aangemaand tot het betalen van € 77.647,41, te weten:
- € 20.309,77 met als factuurdatum 1 juni 2011
- € 57.307,64 met als factuurdatum 17 april 2012
- € 30,00 aan administratiekosten
3.1.17.Bij beschikking van 27 juni 2017 zijn de goederen van [betrokkene] onder bewind gesteld. [geïntimeerde] is daarbij benoemd tot bewindvoerder.