45.2.[geïntimeerde] is niet aansprakelijk voor het niet-nakomen van verplichtingen door de Geldnemer jegens investeerders zoals vastgelegd in de Leningovereenkomst.
(…)”
d) Eind augustus 2014 heeft [geïntimeerde] een leningaanvraag op het platform gepubliceerd van VacuMedical Holding B.V., VacuMedical [vestigingsnaam 1] B.V., VacuMedical [vestigingsnaam 2] B.V., VacuMedical Twente B.V. en Feniks B.V. (hierna samen te noemen Vacu).
In de leningaanvraag (prod. 2 dagv.) is (onder meer) opgenomen dat voor het openen van twee nieuwe vestigingen een financiering nodig is van € 200.000,= en dat de Dun&Bradstreet score een verhoogd risico (risicoklasse 3) geeft vanwege het feit dat de vrij nieuwe onderneming Vacu nog een kort track record heeft. In de leningaanvraag staat verder dat de solvabiliteit door de aanloopverliezen nog matig is en dat daarom de grootaandeelhouder en drijvende kracht achter Vacu, [grootaandeelhouder van Vacu] (hierna te noemen [grootaandeelhouder van Vacu] ), privé borg staat voor € 150.000,=.
Als [geïntimeerde] Credit Score (die wordt toegelicht op de website) is in de leningaanvraag opgenomen: “Ruim Voldoende” voor rentabiliteit, “Matig” voor solvabiliteit en “Voldoende” voor liquiditeit. Totaal resulteerde dit in een [geïntimeerde] Credit Score “Voldoende”. Dat is de minimale score voor leningen die [geïntimeerde] op het platform publiceert.
e) Op 6 oktober 2014 heeft [appellante] een geldleningovereenkomst met terugbetalingsschema met Vacu gesloten. [appellante] heeft € 5.000,= geïnvesteerd tegen een rente van 8% op jaarbasis (prod. 3 dagv.).
f) Vanaf 9 januari 2017 heeft Vacu de terugbetalingen gestaakt. Op dat moment stond er van de hoofdsom van [appellante] nog € 2.361,09 open en van de totale lening nog bijna € 95.000,=.
g) Op 7 juni 2016 zijn alle Vacu-vennootschappen – op Feniks B.V. na – failliet verklaard en in november 2017 zijn de faillissementen opgeheven wegens gebrek aan baten.
h) Op 13 juni 2016 heeft [geïntimeerde] [grootaandeelhouder van Vacu] aangesproken op zijn verplichtingen jegens de investeerders uit hoofde van de borgstelling.
i. i) In maart 2017 is met instemming van de investeerders onder voorwaarden een betalingsregeling met Feniks B.V. en [grootaandeelhouder van Vacu] overeengekomen. In juli 2017 is door [grootaandeelhouder van Vacu] aan [geïntimeerde] meegedeeld dat Feniks B.V. de overeengekomen regeling ook niet na kon komen en dat [grootaandeelhouder van Vacu] zich tot de schuldhulpverlening had gewend.
j) Bij e-mail van 28 mei 2018 (prod. 5 dagv) heeft [geïntimeerde] de investeerders geadviseerd in te stemmen met een voorstel van (de schuldhulpverlener van) [grootaandeelhouder van Vacu] om zijn verplichtingen uit hoofde van de borgstelling af te kopen voor een bedrag van € 15.000,= tegen finale kwijting omdat [grootaandeelhouder van Vacu] in privé geen verhaal zou bieden.
k) Een meerderheid van 74% van de investeerders heeft met dat voorstel ingestemd en daarmee is de schuldenpositie van alle investeerders afgewikkeld.
l) Bij brief van 4 juli 2018 (prod. 8 dagv) heeft (de advocaat van) [appellante] aan [geïntimeerde] meegedeeld de voorgestelde schikking niet acceptabel te vinden en [geïntimeerde] aansprakelijk te houden voor de schade die [appellante] heeft geleden omdat [geïntimeerde] [appellante] aangaande de borgstelling niet goed en volledig heeft geïnformeerd en onzorgvuldig heeft gehandeld.
l) [geïntimeerde] heeft aansprakelijkheid voor het verlies van [appellante] op deze investering afgewezen.