Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Intrasurance B.V.,
8.Het verdere verloop van het geding
9.De verdere beoordeling
alleschadeafhandelingen op het gebied van inboedel, opstal en aansprakelijkheid door SCN zouden worden afgewikkeld dan wel 2) dat de overeenkomst met Intrasurance inhield dat
alleschadeafhandelingen op het gebied van inboedel, opstal en aansprakelijkheid door SCN zouden worden afgewikkeld.
alleschades met betrekking tot brand (ofwel schadeafhandelingen op het gebied van inboedel, opstal en aansprakelijkheid) door Intrasurance werden uitbesteed aan SCN (behoudens schades waarbij het systeem “ging piepen”). De verklaringen van [statutair bestuurder van SCN] en [mede-eigenaar van SCN] als partijgetuigen kunnen omtrent door SCN te bewijzen feiten echter geen bewijs in haar voordeel opleveren, tenzij deze verklaringen strekken ter aanvulling van onvolledig bewijs. De beperking van de bewijskracht van de verklaring van de partijgetuige(n) geldt niet als er aanvullende bewijzen voorhanden zijn die zodanig sterk zijn en zodanig essentiële punten betreffen, dat zij de verklaring(en) van de partijgetuige(n) voldoende geloofwaardig maken (ECLI:NL:HR:1995:ZC1688). Van zodanige bewijzen is in het onderhavige geval niet gebleken. Indien [mede-eigenaar van SCN] niet als partijgetuige moet worden aangemerkt (omdat hij op de dag van zijn verklaring “eigenaar” was van SCN en “compagnon van [statutair bestuurder van SCN] ”, maar geen “directeur”), legt zijn verklaring onvoldoende gewicht in de schaal, evenals de overige verklaringen en stukken, bezien in samenhang met elkaar. Onduidelijk is immers gebleven wat Intrasurance concreet heeft gezegd of gedaan waaruit SCN een afspraak, zoals beschreven door [statutair bestuurder van SCN] en [mede-eigenaar van SCN] , redelijkerwijs mocht afleiden. [mede-eigenaar van SCN] heeft verklaard over een gesprek en een afspraak dat SCN alle schades met betrekking tot brand zou gaan afwikkelen. Maar zijn verklaring is op dit punt summier. De verklaring vermeldt niets over waar en wanneer het gesprek zou hebben plaatsgevonden, wat de gesprekspartners bij Intrasurance concreet zouden hebben gezegd (waar hij de afspraak redelijkerwijs uit mocht afleiden) en dat en waarom de afspraak over “alle” schades niet in de schriftelijke overeenkomst is vastgelegd. In die overeenkomst staat alleen dat Intrasurance de behandeling van schaden uitbesteedt (art. 1 lid 1) en dat enkele soorten meldingen voor behandeling door SCN in aanmerking komen (addendum I onder I.1) (tussenarrest, 3.1 c-d). Uit deze teksten, bezien in samenhang met de verklaringen van de getuigen en de overige stukken, mocht SCN de door haar gestelde exclusiviteit redelijkerwijs niet afleiden. SCN is niet geslaagd in het door haar te leveren bewijs. De door haar gestelde afspraak, dat
alleschades met betrekking tot brand aan haar werden uitbesteed, kan niet worden aangenomen.
Grief 1(welke grief opkomt tegen het oordeel van de rechtbank dat er geen sprake is van exclusiviteit) in principaal hoger beroep faalt.
alleschades in verband met brand door Intrasurance en/of Verzekeruzelf.nl aan SCN zouden worden uitbesteed is de vraag wat de schriftelijk vastgelegde overeenkomst (tussenarrest, 3.1 b-d) bepaalt die Intrasurance en SCN hebben gesloten. In die overeenkomst is niet opgenomen hoeveel zaken aan SCN zouden worden uitbesteed. Geen feiten zijn komen vast te staan waaruit andere afspraken (dan de schriftelijk vastgelegde overeenkomst) kunnen worden afgeleid. Terecht heeft Intrasurance aangevoerd dat de overeenkomst in feite een raamovereenkomst betreft waarin staat hoe en tegen welke prijs SCN de dossiers die aan haar worden uitbesteed zal afhandelen. Met andere woorden, telkens als Intrasurance een dossier ter afhandeling uitbesteed aan SCN, is dat een nieuwe overeenkomst van opdracht ter afhandeling van het betreffende dossier, waarbij de (raam)overeenkomst onder meer bepaalt tegen welk tarief die overeenkomst van opdracht/de afhandeling van de schademelding zal plaatsvinden. Een minimum aantal, of überhaupt een aantal, door Intrasurance aan SCN uit te besteden schadeclaims is niet in de (raam)overeenkomst opgenomen.
gebruikelijkaantal schadeclaims niet langer aan SCN toe te delen. Partijen zijn geen aantallen overeengekomen en de jaren 2012 tot en met 2015 geven geen aanleiding om een stilzwijgend overeengekomen aantal uit te besteden schadeclaims aan te nemen. De aantallen zijn vanaf 2012 al fors afgenomen en Intrasurance heeft SCN ook laten weten door automatisering minder gebruik te zullen maken van de diensten van SCN. Dit betekent dat niet geconcludeerd kan worden dat Intrasurance tekort is geschoten in haar verplichtingen jegens SCN door geen dossiers meer aan haar uit te besteden. In zoverre slaagt het incidenteel hoger beroep van Intrasurance en Verzekeruzelf.nl.