Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant 1] ,
[appellante 2] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 7165141 \ CV EXPL 18-5654)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- het tegen [geïntimeerde] verleende verstek;
- de memorie van grieven met producties;
- het bericht van mr. Saes dat hij zich als advocaat voor [geïntimeerde] stelt;
- de memorie van antwoord met een productie.
3.De beoordeling
weiland(onderstreping door [geïntimeerde] ), gelegen te [plaats] , kadastraal bekend gemeente Grathem, sectie [sectieletter 2] , nummers [sectienummer 3] - [sectienummer 4] en [sectienummer 5] , tezamen groot 1 hectare, 51 are, 45 centiare, alsmede een ter plaatse aangeduid gedeelte van de kadastrale percelen, gemeente Grathem, sectie [sectieletter 2] , nummers [sectienummer 6] en [sectienummer 7] , groot 82 are, 67 centiare. Deze percelen weiland waren reeds in 1978 afgebakend door middel van een draadafrastering teneinde te voorkomen dat de dieren het weiland zouden verlaten. Het akkerland van [geïntimeerde] is nooit (aan zijn zijde van de houtwal) afgescheiden geweest met een afrastering.