In contra-enquête heeft [getuige 4] als getuige onder andere als volgt verklaard:
‘Hij[hof: [getuige 3] ]
vertelde dat hij een opdracht had van een klant[hof: [appellante] ]
. (…) [import] had er zelf al naar gekeken. Het bleek te complex en daarom had hij mij gevraagd ernaar te kijken. (…) Voorafgaande aan het sluiten van de overeenkomst zijn er in ieder geval 3 meetings geweest met de mensen van [appellante] voor het vaststellen van de specificaties. Daarbij waren aanwezig de heer [getuige 1] , de heer [getuige 2] , ikzelf en de heer [getuige 3] was in ieder geval bij een van die twee meetings aanwezig. Ook was aanwezig de heer [een technische man] , een technische man van mijn bedrijf. Die meetings waren er om vast te stellen wat er moest gebeuren. (…) De reden van de meetings was dat [import] en eigenlijk ook [appellante] niet precies wisten wat er moest gebeuren om het probleem van [appellante] op te lossen. (…) Tijdens de laatste meeting waren wij, [geïntimeerde] , zo ver dat we wisten wat er moest gebeuren. Namens [appellante] is toen gezegd ‘we gaan het zo doen’. (…) Tijdens die meeting is namens [appellante] niet gezegd dat een opdracht werd verstrekt aan [geïntimeerde] of aan [import] . U houdt mij voor de tekst van de e-mail van 22 november 2013 productie 3 bij inleidende dagvaarding) die [getuige 3] namens [import] en [geïntimeerde] naar [appellante] heeft gestuurd. (…) [getuige 3] heeft zonder dat aan mij te vragen, mijn naam onder die
e-mail van 22 november 2013 gezet, maar dat maakte mij toen verder niks uit. [getuige 3] heeft mij wel van tevoren gevraagd of wij het goed vonden dat bij aanvang van het project twee keer €10.000,- door [appellante] zou worden betaald. Dat was logisch dat hij dat aan mij vroeg, want als [appellante] in het begin maar €1.000,- zou hebben betaald dan waren we er niet aan begonnen. Tijdens de meetings waarbij ik was is niet gesproken over de door [appellante] te betalen prijs, die lag al vast. Ik heb de offerte opgesteld die [geïntimeerde] heeft uitgebracht aan [import] . In de offerte staat de term PCB, daarmee is de printplaat bedoeld. [import] , de heer [getuige 3] , heeft de offerte geaccepteerd in een aantal meetings die ik met [getuige 3] heb gehad. Dat ging met name over de opslag die [getuige 3] op de PCB’s uit de offerte van [geïntimeerde] wilde zetten, en de eindprijs die [getuige 3] wilde gaan vragen aan [appellante] en die ik te hoog vond. Vervolgens heeft [getuige 3] de offerte van [geïntimeerde] deels gekopieerd en omgebouwd en een offerte aan [appellante] uitgebracht. De offerte van [geïntimeerde] aan [import] zag alleen op de ontwikkeling van de printplaat en de bijbehorende software. (…) Onze taak was alleen het ontwikkelen van de printplaat en de bijbehorende software. De offerte die [import] heeft uitgebracht aan [appellante] zag ook op zaken die [import] moest regelen, zoals projectmanagement. U houdt mij voor dat de heer [getuige 3] als getuige heeft verklaard dat de offerte van [import] aan [appellante] zag op de levering van een compleet product aan [appellante] , dat wil zeggen de levering van een kast aan [appellante] waarin de door [geïntimeerde] te ontwikkelen printplaat zou zijn ingebouwd. Die verklaring van [getuige 3] klopt. Maar in mijn beleving dekt de tekst van de offerte niet dat daarmee een volledig product wordt geoffreerd. Verschillende zaken zijn namelijk niet uitgewerkt in die offerte van [import] , zoals de benodigde kabels. Dat was ook logisch, omdat destijds nog niet alle specificaties bekend waren. (…) U houdt mij verder voor dat [getuige 3] als getuige heeft verklaard dat na het uitbrengen van de offerte door [import] , mondeling andere afspraken zijn gemaakt met [appellante] . Volgens [getuige 3] is afgesproken om de trajecten uit elkaar te halen en heeft [appellante] rechtstreeks met [geïntimeerde] gecontracteerd, waarbij [import] ertussenuit is gevallen. Ik zeg u daarop dat die verklaring van [getuige 3] dat later andere afspraken zijn gemaakt, niet klopt. Er is geen contract gesloten tussen [appellante] en [geïntimeerde] . Dat kan ook niet, want [import] heeft alle afspraken met [appellante] gemaakt. [import] was de contractspartij van [appellante] en bleef dat ook. (…) Wij waren op een gegeven moment al bezig met de ontwikkeling en om praktische redenen is toen afgesproken dat [geïntimeerde] rechtstreeks zou factureren aan HSM, die gelieerd is aan [appellante] . [import] wilde de ontwikkeling niet voorfinancieren. [geïntimeerde] heeft het eerste deel van de afgesproken prijs van €20.000,- gefactureerd aan HSM, en die factuur is ook betaald. Van het ontvangen bedrag heeft [geïntimeerde] niets doorbetaald aan [import] . [import] heeft met [appellante] afgesproken dat er een prijs van twee keer €20.000,- moest worden betaald. Dat bedrag was bedoeld voor alle onderdelen uit de offerte van [import] aan [appellante] , zoals het maken van de printplaat, de besturing daarvan, de webapplicatie en het beheer op afstand. (…) In de offerte van [import] staat dat de tweede €20.000,- door [appellante] zou moeten worden betaald na de levering van de eerste 20 kasten. Ook dit tweede bedrag van €20.000,- zou aan [geïntimeerde] ten goede komen. Het totale door [appellante] verschuldigde bedrag van €40.000,- zou dus volledig aan [geïntimeerde] toekomen, omdat dit bedrag volledig zag op de taak die [geïntimeerde] moest uitvoeren. [import] zou van dat bedrag niks krijgen. Blijkbaar had [import] haar marge laten vallen die nog wel in de offerte zat. Ik heb het dan over de kleine marge die [import] had gezet op de door [geïntimeerde] te ontwikkelen zaken. [import] zou wel verdienen op de levering van de eerste 20 kasten, via haar marge op die kasten. Daarnaast zou [import] net als [geïntimeerde] geld verdienen als er daarna meer kasten met printplaten konden worden geleverd aan [appellante] . [getuige 3] heeft verklaard dat de trajecten uit elkaar zijn gehaald, maar dat klopt niet. Feitelijk zijn de trajecten niet uit elkaar gehaald en dat kan ook helemaal niet. [appellante] heeft er namelijk niets aan als [geïntimeerde] alleen een printplaat met software levert. De printplaat moet juist in een kast worden gebouwd en dan worden geleverd aan [appellante] . Het is complete kul dat [import] ertussenuit zou vallen. Het is nou juist het verdienmodel van [import] dat zij de kasten aan [appellante] zou leveren met daarin de printplaten van [geïntimeerde] . (…) U houdt mij voor dat ik in een e-mail van 25 november 2013 aan [getuige 3] heb geschreven dat het het meest praktisch is een rechtstreeks contract met [geïntimeerde] voor de ontwikkeling, en dan uitlevering via [import] , dan blijft de ontwikkelverantwoording ook daar waar hij ontstaat. Ik weet niet meer hoe [getuige 3] hierop heeft gereageerd. Bij mijn weten heb ik niet tegen [appellante] gezegd dat een rechtstreeks contract tussen [appellante] en [geïntimeerde] het meest praktisch is. Ik weet niet of [getuige 3] dit tegen [appellante] heeft gezegd. Uiteindelijk is het gebleven bij hoe [import] de offerte aan [appellante] heeft ingestoken. (…) U houdt mij voor dat in het dossier een verslag zit van een bespreking die op 17 juni 2014 is gevoerd (…). In het verslag staat dat [geïntimeerde] de komende 10 jaar kosten voor de server in mindering wil brengen als compensatie voor de vertraging en dat [geïntimeerde] nog een compensatie wil doen voor de afname van de controllers. In feite was het geen compensatie. Er werd hiermee aangeboden dat [appellante] niet hoefde te betalen voor webhosting. Maar het contract daarvoor was nog niet gemaakt. Er was al wel gewerkt aan een webapplicatie maar die was nog niet in bedrijf of productie. Wij boden dit aan omdat wij het ook vervelend vonden dat het project lang had geduurd. (…) U houdt mij voor dat [appellante] [geïntimeerde] bij brief van 15 november 2014 in gebreke heeft gesteld en heeft medegedeeld dat als niet aan de sommatie wordt voldaan [appellante] de tussen partijen gesloten overeenkomst zal ontbinden. U houdt mij verder voor dat ik in reactie daarop aan [appellante] heb geschreven dat ik dat niet begrijp omdat [appellante] de samenwerking met Open Controller op 3 juni 2014 al eenzijdig heeft beëindigd. U vraagt mij waarom ik [appellante] toen niet heb geschreven dat zij niet bij ons moest zijn maar bij [import] . Ik antwoord u dat ik dat niet weet. De reactie was een standaard brief. Ik bedoel daarmee we sturen een korte reactie terug en niet een epistel van een advocaat. U houdt mij voor dat de advocaat van [appellante] bij brief van 24 juni 2015 de ontbinding van de overeenkomst met Open Controller heeft ingeroepen en aanspraak heeft gemaakt op terugbetaling van het door [appellante] betaalde bedrag van €24.200,-. U houdt mij voor dat ik in reactie daarop heb geschreven dat ik een reconventionele vordering heb die factoren hoger is dan de vordering van [appellante] . U vraagt mij waarom ik ook toen niet heb teruggeschreven dat [appellante] bij [import] moet zijn. Ik heb mijn reactie onder tijdsdruk geschreven. Ik realiseer mij dat deze juridisch krom is. Ik heb toen niet goed uitgezocht hoe het juridisch in elkaar zat.’