ECLI:NL:GHSHE:2020:1575
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kinderalimentatie en verzoek tot lijfsdwang
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 mei 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin de kinderalimentatie voor twee minderjarige kinderen was vastgesteld. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft de beschikking van de rechtbank betwist, met name de hoogte van de kinderalimentatie en de draagkracht van zowel hemzelf als de vrouw. De vrouw, verweerster in hoger beroep, heeft verzocht om de bestreden beschikking te bekrachtigen en heeft tevens een verzoek tot lijfsdwang ingediend, omdat de man zijn alimentatieverplichtingen niet nakomt. Het hof heeft vastgesteld dat de man onvoldoende concrete feiten heeft aangedragen om zijn grieven te onderbouwen. De rechtbank had de behoefte van de kinderen vastgesteld op € 1.359,- per maand, wat het hof heeft bevestigd. De man heeft ook verzocht om een wijziging van de kinderalimentatie, maar het hof heeft geoordeeld dat de man niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stellingen. Het verzoek van de vrouw om lijfsdwang is afgewezen, omdat het hof onvoldoende aanleiding zag om deze maatregel toe te passen. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking van de rechtbank is bekrachtigd.