ECLI:NL:GHSHE:2020:1283

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
14 april 2020
Publicatiedatum
14 april 2020
Zaaknummer
200.199.941_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevel tot verstrekking van privé-aangifte inkomstenbelasting na ontbinding van een vennootschap onder firma

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep na de ontbinding van een vennootschap onder firma (vof). De appellant, vertegenwoordigd door mr. A.F.J.M. Mulders, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Limburg. De geïntimeerden, ABC Adviseurs V.O.F. en twee andere personen, zijn vertegenwoordigd door mr. F.G.H.J. Niemarkt. De procedure is een vervolg op eerdere tussenarresten van het hof, waarin onder andere is overwogen dat een van de geïntimeerden, [geintimeerde 2], zijn privé-aangifte inkomstenbelasting 2013 aan de deskundige moet verstrekken. Het hof heeft in het tussenarrest van 19 november 2019 bepaald dat ABC c.s. een bevel ex art. 22 Rv moet krijgen om deze aangifte te verstrekken. Tijdens de procedure hebben partijen hun standpunten over de verstrekking van de aangifte uiteengezet. ABC c.s. hebben aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het verstrekken van de aangifte, terwijl de appellant opmerkingen heeft gemaakt over de volledigheid van de verstrekte documenten. Het hof heeft uiteindelijk besloten dat ABC c.s. de volledige aangifte binnen acht weken na de uitspraak aan de deskundige moeten verstrekken, zodat deze kan beoordelen of zijn rapport aanpassing behoeft. Het hof heeft ook de kosten van het aanvullende onderzoek vastgesteld en de procedure naar de rol van 6 oktober 2020 verwezen in afwachting van het aanvullend deskundigenbericht.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.199.941/01
arrest van 14 april 2020
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats] ,
appellant in principaal hoger beroep,
geïntimeerde in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als [appellant] ,
advocaat: mr. A.F.J.M. Mulders te Echt,
tegen

1.ABC Adviseurs V.O.F.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,

2.
[geintimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
3.
[geintimeerde 3] ,wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerden in principaal hoger beroep,
appellanten in incidenteel hoger beroep,
hierna gezamenlijk aan te duiden als ABC c.s. en afzonderlijk als respectievelijk ABC, [geintimeerde 2] en [geintimeerde 3] ,
advocaat: mr. F.G.H.J. Niemarkt te Heerlen,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 5 december 2017, 17 juli 2018, 9 oktober 2018 en 19 november 2019 in het hoger beroep van het door de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, onder zaaknummer C/03/203616/HA ZA 15-149 gewezen vonnis van 22 juni 2016.

15.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 19 november 2019;
  • de akte uitlating na tussenarrest van ABC c.s.;
  • de akte uitlating na tussenarrest van [appellant] met productie.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

16.De verdere beoordeling

16.1.
Bij genoemd tussenarrest heeft het hof overwogen dat [geintimeerde 2] alsnog zijn privé-aangifte inkomstenbelasting 2013 aan de deskundige dient te verstrekken, waarna de deskundige kan beoordelen of zijn rapport aanpassing behoeft en dat het hof in dat licht voornemens is aanABC c.s. een bevel ex art. 22 Rv te geven om aan de deskundige alsnog een kopie van de privé-aangifte inkomstenbelasting 2013 van [geintimeerde 2] te verstrekken. Alvorens dat te doen heeft het hof de zaak naar de rol verwezen voor aktes waarin partijen zich hierover uit konden laten. Daarbij is bepaald dat de aktes voor geen ander doel bestemd zijn. Iedere verdere beslissing is aangehouden.
16.2.
ABC c.s. hebben bij akte meegedeeld geen bezwaar te hebben tegen het verstrekken van een kopie van de privé-aangifte inkomstenbelasting 2013 van [geintimeerde 2] en dat zij die inmiddels ook al met bijlage toegezonden hebben aan de deskundige.
16.3.
[appellant] heeft bij akte allereerst nog een aantal opmerkingen bij het deskundigenrapport geplaatst. Die opmerkingen passeert het hof nu de akte niet voor dat doel bestemd was (zie hiervoor onder 16.1).
[appellant] heeft verzocht om ABC c.s. het voorgenomen bevel te geven omdat [geintimeerde 2] slechts 5 pagina’s van zijn aangifte aan de deskundige (en in afschrift aan ABC, zo begrijpt het hof) heeft verstrekt in plaats van de 14 waaruit het rapport zou bestaan.
16.4.
Desgevraagd heeft de deskundige het hof meegedeeld van [geintimeerde 2] te hebben ontvangen een brief met als bijlage een print voor diens eigen administratie van de aangifte inkomstenbelasting 2013, bevattende de pagina’s 1, 3, 12, 13 en 14. De deskundige adviseert van [geintimeerde 2] te verlangen de verstrekking aan de deskundige van een door de belastingdienst gewaarmerkte kopie van de door [geintimeerde 2] ingediende volledige aangifte IB 2013.
16.5.
Desgevraagd verder heeft de deskundige de kosten van de beoordeling of zijn rapport vervolgens aanpassing behoeft en van die aanvulling (incl. hoor en wederhoor verwerking) begroot op negen extra uren voor in totaal het bedrag van € 2.395,80 (incl. BTW).
16.6.
Naar aanleiding van het voorgaande en van wat het hof in het tussenarrest van 19 november 2019 heeft overwogen, zal het hof ABC c.s. het voorgenomen bevel ex art. 22 Rv geven. Voorts zal het hof de deskundige verzoeken om na ontvangst van de volledige, door de Belastingdienst gewaarmerkte, aangifte IB 2013 van [geintimeerde 2] , met inachtneming van wat het hof in het tussenarrest van 19 november 2019 heeft overwogen, te beoordelen of en welke aanpassing zijn rapport behoeft en aan het hof zijn aangepaste rapport uit te brengen. Het voorschot op de kosten van het aanvullende onderzoek zal ten laste van ABC c.s. komen.
16.7.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
17.7.
De uitspraak
Het hof:
beveelt ABC c.s. om uiterlijk binnen acht weken na de datum van dit arrest aan de deskundige een door de Belastingdienst gewaarmerkte kopie van de door [geintimeerde 2] ingediende volledige aangifte IB 2013 te verstrekken, met gelijktijdig afschrift aan [appellant] ;
bepaalt dat de eerder benoemde deskundige op basis van voornoemd stuk en met inachtneming van wat het hof eerder heeft overwogen, zal beoordelen of zijn rapport aanpassing behoeft en in dat licht een aanvullend onderzoek zal verrichten en aanvullend rapport zal uitbrengen;
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest en het tussenarrest van 19 november 2019 aan de deskundige toezendt;
bepaalt dat de deskundige eerst met het aanvullend onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend aanvullend deskundigenbericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ ‘s-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op drie maanden nadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
bepaalt het voorschot op de kosten van het aanvullend onderzoek op het door de deskundige
begrote bedrag van (incl. btw) € 2.395,80, tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na
deze uitspraak bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij (die
binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan
de wederpartij) tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
bepaalt dat ABC c.s. het voorschot zullen overmaken na ontvangst van de nota met
betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden
verzonden;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het
hof daarover tijdig in te lichten;
verwijst de zaak naar de rol van 6 oktober 2020 in afwachting van het aanvullend deskundigenbericht;
verstaat dat de zaak na ontvangst van het aanvullend deskundigenbericht naar de rol wordt verwezen voor memorie na aanvullend deskundigenbericht aan de zijde van [appellant] ;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.C.J. van Craaikamp, H.A.G. Fikkers en L.S. Frakes en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 14 april 2020.
griffier rolraadsheer