ECLI:NL:GHSHE:2020:1189
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- L.Th.L.G. Pellis
- P.P.M. van Reijsen
- J.F.A.M. Graafland - Verhaegen
- Rechtspraak.nl
Opheffing van bewind wegens afwezigheid van grond
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 2 april 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de opheffing van een bewind dat was ingesteld over de goederen van de rechthebbende. De rechthebbende had in eerste aanleg, bij de rechtbank Oost-Brabant, verzocht om opheffing van het bewind, maar dit verzoek was afgewezen in de beschikking van 9 augustus 2019. De rechthebbende heeft vervolgens hoger beroep ingesteld, maar het hof moest ambtshalve toetsen of dit beroep ontvankelijk was, aangezien het beroepschrift pas op 28 november 2019 was ingediend, na het verstrijken van de beroepstermijn. De rechthebbende voerde aan dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat zij niet op de hoogte was van de data van de mondelinge behandelingen en de beschikking, die naar een foutief adres waren gestuurd. Het hof heeft vastgesteld dat de rechthebbende pas op 22 november 2019 kennis had genomen van de beschikking en dat zij binnen veertien dagen na deze kennisgeving hoger beroep had ingesteld. Het hof oordeelde dat de rechthebbende ontvankelijk was in haar hoger beroep, omdat de termijnoverschrijding het gevolg was van een fout van de rechtbank. De beslissing van het hof houdt in dat de rechthebbende in haar verzoek tot opheffing van het bewind wordt ontvangen, maar verdere beslissingen zijn aangehouden.