Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
mevrouw [pleegmoeder] en de heer [pleegvader],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
[minderjarige]), geboren op [geboortedatum] 2016 te [geboorteplaats] .
- vanaf 25 oktober 2019: viermaal, iedere twee weken, één ochtend in het pleeggezin van 09.00 uur tot 12.00 uur;
- vanaf 20 december 2019: eenmaal per twee weken op vrijdag van 09.00 uur tot 15.00 uur waarbij [minderjarige] naar de moeder gaat;
- de GI draagt zorg voor vervoer en begeleiding bij de overdrachtsmomenten voor de goede uitvoering van bovengenoemde omgangsregeling;
- iedere week zal de moeder in de gelegenheid worden gesteld te beeldbellen met [minderjarige] (te regelen door de pleegmoeder in overleg met de moeder) waarbij voor de duur van het beeldbellen leidend is wat [minderjarige] kan en wil, gelet op zijn leeftijd.
niet door de moeder) heeft ook tot vertraging geleid.
- Lid 1. Voor de duur van de ondertoezichtstelling kan de kinderrechter op verzoek van de gecertificeerde instelling een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken of een regeling inzake de uitoefening van het recht op omgang vaststellen of wijzigen voor zover dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk is.
- Lid 2. Op het verzoek van een met het gezag belaste ouder, een omgangsgerechtigde, de minderjarige van twaalf jaar of ouder en de gecertificeerde instelling kan de kinderrechter de in het eerste lid genoemde beslissing wijzigen op grond dat nadien de omstandigheden zijn gewijzigd, of dat bij het nemen van de beslissing van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan.