ECLI:NL:GHSHE:2020:1177
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kinderalimentatie en omgangsregeling na relatiebreuk
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de kinderalimentatie en de omgangsregeling tussen de man en de vrouw na hun relatiebreuk. De man heeft op 30 april 2019 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Limburg van 30 januari 2019, waarin zijn bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen was vastgesteld op € 282,88 per maand. De vrouw heeft in reactie hierop een verweerschrift ingediend, waarin zij ook een incidenteel hoger beroep heeft ingesteld. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 februari 2020 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht en is er gedeeltelijke overeenstemming bereikt over de kinderalimentatie voor de periode van 1 maart 2020 tot 1 september 2022, waarbij de man € 100,- per maand zal betalen voor de twee kinderen.
Het hof heeft de feiten vastgesteld op basis van de eerdere beschikking van de rechtbank en heeft de kinderalimentatie voor de periode van 1 september 2022 opnieuw vastgesteld. De man heeft de kinderen erkend en de vrouw heeft verzocht om de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoeken. Het hof heeft de draagkracht van beide partijen beoordeeld en vastgesteld dat de man, na aflossing van zijn schulden, een bijdrage van € 114,73 per kind per maand zal moeten betalen, voor het eerst te indexeren met ingang van 1 januari 2021. De beslissing van het hof vernietigt de eerdere beschikking van de rechtbank Limburg voor zover het betreft de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen.