ECLI:NL:GHSHE:2020:1147

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
24 januari 2020
Publicatiedatum
31 maart 2020
Zaaknummer
20-000982-19
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter met betrekking tot ontvankelijkheid

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, gedateerd 27 maart 2019. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis, maar de advocaat-generaal vorderde dat de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep zou worden verklaard. De verdediging stelde dat de verdachte ten tijde van de eerste zitting de consequenties van het doorgaan zonder advocaat en het afstand doen van het recht om hoger beroep in te stellen, niet kon overzien.

Het hof heeft het proces-verbaal van de politierechter bestudeerd, waarin stond dat zowel de verdachte als de officier van justitie afstand hadden gedaan van hun recht om hoger beroep in te stellen. Het hof concludeerde dat er geen aanwijzingen waren dat de verdachte de gevolgen van zijn beslissing niet kon overzien. Daarom heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. J.T.F.M. van Krieken, en de raadsheren mr. P.M. Frielink en mr. A.C. van der Schans, met mw. M.E. Busser-Roelofse als griffier.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000982-19
Uitspraak : 24 januari 2020
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg van 27 maart 2019 in de strafzaak met parketnummer 03-000508-19 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep moet worden verklaard.
Namens verdachte is bepleit dat dat de verdachte ontvankelijk dient te worden verklaard in het hoger beroep. De verdachte heeft ten tijde van de terechtzitting in eerste aanleg de consequenties van het doorgaan met de behandeling zonder bijstand van een advocaat en het doen van afstand van zijn recht om hoger beroep in te stellen, niet kunnen overzien
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
In het proces-verbaal van de politierechter in de rechtbank Limburg van 27 maart 2019 is vermeld dat verdachte en de officier van justitie ter terechtzitting afstand hebben gedaan van hun recht tegen het vonnis hoger beroep in te stellen.
Het hof ziet geen aanknopingspunten in het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg dat verdachte ten tijde van de behandeling de consequenties niet kon overzien. Op grond van het vorenstaande zal het hof verdachte niet-ontvankelijk verklaren in het tegen het vonnis ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Aldus gewezen door:
mr. J.T.F.M. van Krieken, voorzitter,
mr. P.M. Frielink en mr. A.C. van der Schans, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mw. M.E. Busser-Roelofse, griffier,
en op 24 januari 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. A.C. van der Schans is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.