Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
primaireen bedrag van € 15.000,--,
subsidiaireen bedrag van € 7.063,58 en
meer subsidiaireen bedrag van € 413,93.
5.De motivering van de beslissing
rechtbankheeft bij de vaststelling van de partneralimentatie rekening gehouden met de kosten van de kinderen van in totaal € 608,-- per maand (rov. 2.4.5.).
[verzoekster]. Zij voert aan dat, nu dochter [dochter] op [geboortedatum] 2019, 21 jaar is geworden, verschillende kosten vervallen, zodat daarmee bij de bepaling van de draagkracht van [verweerster] geen rekening meer moet worden gehouden. Voorts voert zij aan dat zij en haar ouders maandelijks aan [dochter] een bedrag betalen, totdat [dochter] gaat werken. Volgens [verzoekster] krijgt [dochter] wat zij nodig heeft en hoeft dit niet apart vastgelegd te worden.
hofoverweegt als volgt.
rechtbankten onrechte geen rekening heeft gehouden met de inhoud van de schenkingsovereenkomst (rov. 2.5.27. en 2.5.28), die zij in hoger beroep als productie 3 in het geding heeft gebracht. Ter toelichting op haar grief voert
[verzoekster]het volgende aan.
i)gedurende het huwelijk van partijen schenkingen zijn gedaan (tot een bedrag van
ii)deze schenkingen niet vallen in de huwelijksgemeenschap . De schenkingen zijn altijd op haar privérekening gestort. Het bedrag van € 30.100,-- moet daarom aan haar worden uitgekeerd.
hofoverweegt als volgt.
[verweerster]houdt in dat de rechtbank ten onrechte het bedrag van € 15.000,-- dat [verzoekster] aan haar vader heeft overgemaakt, heeft weggestreept tegen het bedrag van € 14.127,15 dat [verweerster] aan zichzelf had overgemaakt van de ING-spaarrekening (rov. 2.5.29). Ter toelichting voert [verweerster] , samengevat, het volgende aan.
hofoverweegt als volgt.