ECLI:NL:GHSHE:2020:109
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging beschikking inzake bewindvoering en rol van opvolgend bewindvoerder
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 3 januari 2019. De rechthebbende, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. D.J.A. Burlet, heeft verzocht de beschikking te vernietigen en het inleidende verzoek af te wijzen. De zaak betreft de rol van de bewindvoerder en de opvolgend bewindvoerder. De rechthebbende was van mening dat hij nooit had gewild dat zijn bewindvoerder, [bewindvoerder], zou worden ontslagen en dat deze nog steeds zijn taken uitoefent, ondanks de benoeming van [opvolgend bewindvoerder].
Het hof heeft vastgesteld dat de rechthebbende in augustus 2017 verhuisd is naar een begeleid wonen instelling en dat er een verzoek tot wijziging van bewindvoerder is ingediend. De kantonrechter heeft [bewindvoerder] ontslagen en [opvolgend bewindvoerder] benoemd, maar het hof oordeelt dat de rechthebbende niet heeft ingestemd met deze wijziging. De rechthebbende heeft verklaard dat hij tevreden is met [bewindvoerder] en dat deze zijn taken naar behoren uitvoert. Het hof heeft geconcludeerd dat de bestreden beschikking vernietigd moet worden, omdat de belangen van de rechthebbende het vereisen dat de oude situatie herleeft.
De beslissing van het hof houdt in dat de beschikking van de rechtbank wordt vernietigd en dat het verzoek van de rechthebbende alsnog wordt afgewezen. Dit betekent dat de rol van [bewindvoerder] als bewindvoerder wordt hersteld, en dat de opvolgend bewindvoerder geen rol meer speelt in deze zaak. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.