Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de moeder, bijgestaan door mr. Gijzen;
- mr. Schrouff (namens de vader);
- de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] .
- de processen-verbaal van de mondelinge behandelingen in eerste aanleg van 3 maart 2017 en 29 november 2017;
- het V-formulier met bijlagen van de advocaat van de vader van 12 februari 2020.
3.De beoordeling
[de minderjarige]), op [geboortedatum] 2007 te [geboorteplaats] .
.
- de moeder heeft verzocht te bepalen dat het ouderlijk gezag over [de minderjarige] voortaan slechts aan haar toekomt;
- de vader heeft de rechtbank verzocht de zorgregeling te hervatten.
- op 10 april 2017 heeft de rechtbank een raadsonderzoek gelast naar het ouderlijk gezag en de mogelijkheden van een zorgregeling/omgangsregeling;
- op 6 december 2017 heeft de rechtbank bepaald dat de contacten tussen [de minderjarige] en de vader voorlopig plaatsvinden onder begeleiding van Xonar/aXnaga (BOR-traject)
over het ouderlijk gezag
over de zorgregeling
over het ouderlijk gezag
over de zorgregeling
één ochtend per vijf weken contact heeft met [de minderjarige] bij de grootouders.Het is nu zo dat de vader dan soms zijn gezicht laat zien en soms niet. Het hof wijst erop dat de vader met de moeder samen blijft belast met het ouderlijk gezag over [de minderjarige] , waardoor ook
hijverantwoordelijk is voor [de minderjarige] ’s opvoeding en verzorging. Het hof legt mede met het oog op zijn rol als gezagsouder, de vader deze zorgplicht op, die hij moet nakomen. Het hof doet dan ook een dringend beroep op de vader om op dit punt zijn verantwoordelijkheid te nemen.
4.De beslissing
[de minderjarige](geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2007) in het kader van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken contact heeft met zijn vader één ochtend in de vijf weken bij de grootouders, nader in onderleg overleg tussen de ouders vast te stellen;