Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- primair bepleit dat de verdachte van het ten laste gelegde feit zal worden vrijgesproken;
- subsidiair met betrekking tot de eventuele strafoplegging bepleit dat zal worden volstaan met oplegging van een lagere straf dan thans wordt gevorderd.
- het enige bewijsmiddel dat de verdachte belast bestaat uit een DNA-spoor van de verdachte aangetroffen op een banaan die in de keuken van de onderhavige woning lag;
- dit DNA-spoor niet is te kwalificeren als daderspoor omdat de plaats waar het is aangetroffen, te weten: de keuken, niet direct verband houdt met de inbraak;
- de verdachte voor de aanwezigheid van dit spoor een aannemelijke verklaring heeft gegeven, inhoudende - kort gezegd - dat een ander, te weten: een persoon uit de kringen waarin de verdachte zich vroeger begaf, de banaan met daarop het DNA van de verdachte ter plaatse moet hebben neergelegd.
- hij ten tijde van het ten laste gelegde feit op straat woonde en veelal de nacht doorbracht in garages en dergelijke in de aanwezigheid van andere daklozen;
- daarbij regelmatig ruzies ontstonden en dat niet uitgesloten is dat één van bedoelde dakloze personen met hem een rekening heeft willen vereffenen door bij de onderhavige inbraak een banaan, waarvan de verdachte eerder een hap had genomen, mee te nemen en op de plaats van het delict achter te laten.
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de omstandigheid dat het hier gaat om een woninginbraak en de mate waarin daardoor schade teweeg is gebracht aan de eigenaar(s)/bewoners van het betreffende pand en de betreffende goederen, alsmede de mate van overlast en ergernis die een dergelijk feit tot gevolg heeft voor de gedupeerden.
- de inhoud van het hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 23 oktober 2019, waaruit blijkt dat hij voorafgaand aan het bewezen verklaarde eenmaal eerder onherroepelijk door de strafrechter is veroordeeld ter zake van een vermogensdelict;
- zijn overige persoonlijke omstandigheden, voor zover daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken, in het bijzonder de omstandigheid dat hij in Nederland woont en werkt en naar eigen zeggen binnenkort in aanmerking komt voor een vaste arbeidsovereenkomst.