Uitspraak
Arrest van de economische kamer van het gerechtshof 's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- met uitzondering van de bewijsoverwegingen, de kwalificatie en de opgelegde straf;
- met aanvulling van de bewijsmiddelen;
- met aanvulling van de overweging betreffende de strafbaarheid van het bewezen verklaarde;
- met aanvulling van de beslissing op de inbeslaggenomen goederen en – in het verlengde daarvan – met aanvulling van de toepasselijke wetsartikelen met artikelen 33 en 33a van het Wetboek van Strafrecht.
hierna mede: Ffw), zoals dit luidde ten tijde van het bewezen verklaarde en voor zover hier van belang, is het verboden dieren behorende tot een beschermde inheemse diersoort onder zich te hebben.
hierna telkens: Bekendmaking) gepubliceerd. Volgens artikel 1 van de Bekendmaking zijn in bijlage 2 bij de Bekendmaking opgenomen de van nature op het Europese grondgebied van de Lidstaten van de Europese Unie voorkomende soorten vogels aangewezen in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, Ffw.
hierna telkens: Besluit) – zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde en voor zover hier van belang – gelden de bij artikel 13, eerste lid, Ffw bepaalde verboden niet ten aanzien van gefokte vogels behorende tot een beschermde inheemse diersoort,
indien de houder kan aantonen dat de vogels zijn gefokt en voor zover (onder andere) deze vogels zijn voorzien van een gesloten pootring.
zo begrijpt het hof– op neer dat de uitzondering van toepassing is. De verdediging heeft aangevoerd dat de ondeugdelijkheid van de ringen die om de poten van de twee inheemse vogels zouden hebben gezeten op geen enkele wijze valt aan te tonen. De ringen zijn door de politie niet bewaard, zodat niet meer kan worden gecontroleerd of de veronderstelling van de verbalisanten dat het ondeugdelijke ringen betrof juist is. Dat verweer gaat uit van de onjuiste stelling dat het aan de advocaat-generaal is om te bewijzen dat de voorwaarden waaronder een beroep kan worden gedaan op de vrijstelling van de verboden van artikel 13, eerste lid, Ffw, niet aanwezig waren. Zoals het hof reeds heeft overwogen, is deze stelling in strijd met de wettelijke regeling. Bovendien acht het hof het verweer van de verdediging onvoldoende onderbouwd op grond van het volgende.
BESLISSING
geldboetevan
€ 80,00 (tachtig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
1 (één) dag hechtenis.
- één vogel, goudvink;
- één vogel, keep.