3.1.4.Voor het overige zijn geen grieven gericht tegen de door de kantonrechter vastgestelde feiten. Deze feiten vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt, behoudens voor zover het gaat om de data van de koop en levering van het perceel grond (zie 3.1.2). Voorts staan nog enkele andere feiten, als enerzijds gesteld en anderzijds niet betwist, tussen partijen vast. Het hof zal hierna een overzicht geven van de relevante feiten.
a. Recreatiepark [het park] in [vestigingsplaats] (hierna: het park) is van oorsprong een camping met chalets, waarvan de seizoensplaatsen werden verhuurd aan vele huurders.
V.O.F. [de vof] (hierna: de vof) heeft het park op 14 juni 2004 gekocht. Daarna is de vof begonnen met het uitponden van het park door kavels te verkopen en leveren aan voornamelijk particulieren. Er zijn op het park 273 kavels, die inmiddels bijna allemaal zijn verkocht en geleverd aan particulieren.
Op 30 augustus 2004 is de Vereniging van Eigenaren [de VvE] (hierna: de VvE) opgericht. De VvE heeft tot doel het behartigen van de belangen van eigenaren van een kavel op het park en het sluiten van overeenkomsten met derden die zijn gericht op realisatie van dit doel.
Eveneens op 30 augustus 2004 heeft de VvE met de vof een beheerovereenkomst gesloten. Hierin is onder meer het volgende bepaald:
“1. De eigenaar[hof: de vof]
, hierna te noemen de beheerder, zal zolang hij zelf aangeeft, zorg dragen voor het beheer van het resort.
(…)
4. Groot onderhoud, zoals herbestrating, vervanging van infrastructurele voorzieningen, waaronder het openluchtzwembad, en dergelijke, vallen niet onder het hiervoor omschreven beheer en zijn derhalve niet in de vaste servicevergoeding begrepen.
Groot onderhoud (zoals herbestrating en vervanging van infrastructurele voorzieningen), alsmede al die werkzaamheden die van overheidswege of door nutsbedrijven worden voorgeschreven, zullen door de beheerder worden uitgevoerd en aan de vereniging[hof: de VvE]
in rekening worden gebracht.
5. a. De levering van elektriciteit, water en gas zullen door de beheerder worden geleverd via een eigen distributienet van het resort[hof: het park]
; het verbruik zal worden geregistreerd door middel van tussenmeters in meterkasten, die zich bevinden op de centrale voorzieningen of op de kavels; ongeacht de standplaats blijven deze kasten met tussenmeters eigendom van de beheerder. (…)
(…)
6. Voor de levering van elektriciteit, water, gas en CAI-signaal zullen de tarieven worden gehanteerd, zoals die gelden voor particulieren-kleinverbruikers in de gemeente waarin het resort is gelegen, alsmede de daarbij van toepassing zijnde vastrechttarieven. (…)
7. Van de hierboven onder 5 en 6 bedoelde kosten zal (periodiek) een voorschotbedrag in rekening worden gebracht.
(…)
11. De kosten van het onderhoud aan en de vervanging van de meterkasten en tussenmeters zijn in de servicevergoeding voor de vaste kosten begrepen.
(…)
13. De vereniging is voor de vaste kosten en het hiervoor omschreven beheer aan de beheerder een vaste servicevergoeding verschuldigd. (…)
(…)
16. De vereniging is verplicht een reservefonds te creëren voor het groot onderhoud zoals hiervoor onder 4 omschreven.
Jaarlijks dient een reservering plaats te vinden van minimaal vijftig euro (…) per verkochte kavel. Het is uitdrukkelijk niet toegestaan om deze reserve uit te keren aan de leden of hiermee tekorten te delgen.
(…)
18. Naast voormelde vergoedingen zal de vereniging en/of de kaveleigenaren nog verschuldigd zijn aan de beheerder de gebruikelijke vergoedingen voor het ver- of gebruik van water, gas, elektra en centraal antenne systeem, alsmede voor heffingen die (mede) betrekking hebben op de kavels en de gemeenschappelijke voorzieningen op het resort.”
[geïntimeerde] heeft op 19 april 2007, samen met haar echtgenoot, een perceel grond op het park gekocht en het op dat perceel staande chalet. Het perceel is op 12 juli 2007 aan haar geleverd.
In artikel 8 lid 1 van de leveringsakte is bij wijze van kettingbeding (zie lid 2) aan [geïntimeerde] de verplichting opgelegd om lid te worden van de VvE en daarvan lid te blijven zolang zij eigenaar is van het perceel. Verder is in artikel 8 lid 6 van de leveringsakte onder meer bepaald dat de beheerovereenkomst geacht wordt onlosmakelijk onderdeel uit te maken van de leveringsakte.
[geïntimeerde] is vervolgens als eigenaar van het perceel lid geworden van de VvE. Sindsdien is [geïntimeerde] gebonden aan de beheerovereenkomst.
Op 29 oktober 2014 is [de vennootschap] door koop en (zo begrijpt het hof) levering van het park eigenaar geworden van alle ‘openbare’ ruimtes en enkele (on)bebouwde kavels op het park. Sindsdien is [de vennootschap] beheerder van het park en geldt de beheerovereenkomst onder meer tussen haar en [geïntimeerde] .
i. Op grond van de beheerovereenkomst heeft de vof als beheerder vanaf 2004 onder andere elektriciteit (door)geleverd aan de kaveleigenaren op het park, via een distributienet dat de vof op het park heeft aangelegd. Nadat [de vennootschap] in 2014 beheerder is geworden, is zij via dat net elektriciteit gaan (door)leveren aan de kaveleigenaren.
De vof (vanaf 2004) respectievelijk [de vennootschap] (vanaf november 2014) hebben voor de levering van elektriciteit maandelijks voorschotbedragen en jaarlijks eindafrekeningen naar alle kaveleigenaren gestuurd. Daarbij zijn over de jaren 2007, 2010 en 2011 t/m 2016 per kilowattuur (hierna: kWh) de volgende bedragen exclusief btw in rekening gebracht:
2007: € 0,24
2010: € 0,26
2011 t/m 2013: € 0,29
2014 t/m 2016: € 0,30
Ook [geïntimeerde] heeft voor de levering van elektriciteit maandelijks voorschotnota’s en jaarlijks eindafrekeningen ontvangen van de vof respectievelijk [de vennootschap] , waarop het in rekening gebracht tarief per kWh staat vermeld (zie hiervoor onder j). [geïntimeerde] heeft de voorschotnota’s en eindafrekeningen over 2007 t/m 2016 steeds betaald.