ECLI:NL:GHSHE:2020:100
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken van grieven
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 3 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats Eindhoven, van 17 september 2018. De verdachte, geboren in 1982 en thans gedetineerd in het Huis van Bewaring Roermond, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 maanden voor het opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, het overtreden van de Opiumwet en schuldheling. Daarnaast was de tenuitvoerlegging gelast van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 1 maand.
De advocaat-generaal heeft in hoger beroep gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk zou worden verklaard in het hoger beroep, omdat er geen grieven waren ingediend. Het hof heeft deze vordering in overweging genomen en vastgesteld dat de verdachte geen schriftelijke grieven had ingediend, noch mondeling bezwaren had opgegeven. Het hof oordeelde dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat de verdachte niet had voldaan aan de vereisten voor het indienen van grieven.
De beslissing van het hof was dat het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. Deze uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. J. Platschorre, en de raadsheren mr. F.P.E. Wiemans en mr. E.E. van der Bijl, in aanwezigheid van griffier mr. N.S. Willems Ettori-Oort. De uitspraak werd op dezelfde dag ter openbare terechtzitting gedaan, waarbij mr. Wiemans niet in staat was om de beslissing mede te ondertekenen.