Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- primair:dat de door de man te betalen partneralimentatie wordt beëindigd;
- subsidiair:dat de door de man te betalen partneralimentatie wordt gematigd tot een bedrag van € 250,- bruto per maand en gelimiteerd voor de duur van één jaar;
- meer subsidiair:dat een door de man te betalen partneralimentatie wordt vastgesteld, waarbij bij de draagkracht van de man rekening wordt gehouden met de aflossing op de geldleningen.
5.De motivering van de beslissing
De advocaat van de man stelt zich op het standpunt dat de man daarom niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn verzoek in hoger beroep, nu door partijen geen vol appel is ingesteld.
Nu de echtscheiding geen onderdeel is van de rechtsstrijd in hoger beroep, bieden de wet noch de jurisprudentie een ander aanknopingspunt voor de ingang van de voornoemde termijn van zes maanden. De zes maanden termijn van art. 1:163 lid 3 BW is dan ook naar het oordeel van het hof op 16 november 2018 verstreken.