6.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
Partijen hebben vanaf 1986 een affectieve relatie gehad en met elkaar samengewoond.
In 1988 heeft de man de woning aan [adres 1] te [woonplaats] gekocht voor € 180.000,--. Ter financiering van de aankoop van deze woning is de man een aflossingsvrije (hypothecaire) geldlening aangegaan ten bedrage van € 181.028,--.
Partijen hebben op 2 december 1999 een samenlevingsovereenkomst gesloten die in een notariële akte is vastgelegd. Deze samenlevingsovereenkomst houdt onder meer het navolgende in:
“(…)ALGEMEEN
ARTIKEL 1
1.
Noch het feit van samenleven noch het enkele bestaan van deze overeenkomst verschaft één van partijen enig recht op goederen die door de andere partij, ongeacht wanneer en krachtens welke titel, zijn verkregen.
2.
Ieder van partijen is met uitsluiting van de ander aansprakelijk en draagplichtig voor de schulden die hij of zij alleen heeft aangegaan of die op andere wijze alleen in zijn of haar persoon zijn ontstaan, behoudens het bepaalde in lid 3 van dit artikel.
3.
De kosten van de gemeenschappelijke huishouding, waaronder begrepen die van verzorging en onderhoud van elkaar en van hun kinderen, worden door partijen gedragen naar evenredigheid van elkaars besteedbaar inkomen en, als die inkomens daarvoor niet toereikend zijn, naar evenredigheid van elkaars vermogen.
Tot de kosten van de gemeenschappelijke huishouding behoren niet premies van levens- en ongevallenverzekering(en). Bedoelde premies komen voor rekening van degene die deze premie(s) verschuldigd is jegens de verzekeraar.
VERBREKING
ARTIKEL 2
1.
Indien de samenleving anders dan door het overlijden van één der partijen eindigt, worden de gemeenschappelijke goederen verdeeld met toepassing van de beginselen van redelijkheid en billijkheid.
2.
(…)
3.
Ingeval partijen ten tijde van de verbreking van de samenleving gezamenlijk eigenaar zijn van de door hen bewoonde woning zal deze of de opbrengst ervan zodanig verdeeld worden dat beide partijen evenveel in het huis hebben geïnvesteerd, waarbij geen rekening wordt gehouden met hypotheekrente.
4.
In geval tussen partijen een geschil bestaat omtrent de eigendom van een goed en geen van beiden haar recht op dit goed kan bewijzen, wordt het goed geacht aan beiden toe te behoren, ieder voor de helft. (…)”
Op 18 oktober 1999 hebben partijen gezamenlijk een woning aan de [adres 2] te [plaats ] (Frankrijk) in eigendom verkregen.
Op 10 juni 2005 zijn partijen in Vesoul (Frankrijk) met elkaar een Pacte Civil de Solidarité (PaCS) aangegaan. In de overgelegde vertaling staat onder meer:
“Engagement des partenaires:
De partners ondernemen om wederzijds materiaal bijstand te verlenen. Ze besluiten tot een gemeenschappelijke overeenkomst met betrekking tot gemeenschappelijke kosten van het paar en hoe zij zullen bijdragen.
Noch het feit van samenwonen of het loutere bestaan van het gepresenteerde geven het recht – voor zover mogelijk – aan een van de partijen om zaken die zijn verworven door de andere partner op elk moment en elke reden dan ook, tot eigendom te maken, zonder daar van te voren een gezamenlijke rechtshandeling dan wel een afspraak over te hebben gemaakt, zoals een overeenkomst van koop en verkoop, de overname met betrekking tot een geschenk of bij successie.
Wijziging en ontbinding PACS:
Het PACS mag worden gewijzigd na gezamenlijke toestemming en inschrijving in het register van een nieuwe PACS
Ontbinding PACS:
Het PACS kan worden ontbonden door:
- een gezamenlijke schriftelijke verklaring omtrent de ontbinding
- verbreking door eenzijdige beslissing van een van de partners
- huwelijk van een van de partners, of het nu met een derde is of niet
- het overlijden van een van de partners
- Elke partner zal over de activa van eigen rekening beschikken
Vervreemding van onverdeelde eigendom:
In het geval van vervreemding van alle eigendommen dan wel een gedeelte daarvan, heeft de onverdeelde beneficiair (lees andere partner) het recht op vergoeding en substitutie, vastgelegd in art 815-14 en volgende van het Burgerlijk Wetboek.
Daarna volgt er bevestiging van de vastlegging en registratie van het PACS bij de rechtbank en dat het van kracht gaat op het moment dat het is ingeschreven.
Condition Suspensive – opschortende voorwaarde
De huidige overeenkomst wordt gesloten onder de voorwaarde van verklaring en inschrijving bij de griffie van de rechtbank van 70014 Vesoul, in de periode van 3 maanden na deze datum.
Wijziging van het Burgerlijke solidariteit PACT
Alle wijzigingen in de overeenkomst zullen in een gezamenlijke verklaring worden opgenomen en gedeponeerd in de rechtbank 70014 Vesoul (waar ook deze oorspronkelijke overeenkomst is geregistreerd).
Verklaring van bekwaamheid
Partners verklaren dat zij zich in geen geval onbevoegd zijn in de zin van artikel 515-2 van het Burgerlijk Wetboek, en dus gemachtigd zijn om een civiele solidariteit te ondertekenen in overeenstemming met de wet nr. 99-944 van 15 november 1999. (…)”
Begin 2014 is de relatie van partijen beëindigd. Sinds medio 2014 woont de vrouw niet meer in de woning te [woonplaats] . Bij brief van 3 mei 2015 heeft de man de vrouw laten weten dat hij de PACS wenst te beëindigen.
6.2.1.In eerste aanleg heeft de vrouw – in conventie – gevorderd:
woning aan [adres 1] te [woonplaats] en hypothecaire schulden
- de man te veroordelen alle benodigde medewerking te verlenen aan de Rabobank, waaronder begrepen de verkoop van de woning aan [adres 1] te
- de man te veroordelen om aan de vrouw te voldoen een bedrag van € 75.000,-- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het vonnis tot de dag van algehele voldoening, althans een zodanige datum als de rechtbank juist acht;
woning aan de [adres 2] te [plaats ] (Frankrijk)
- de man te veroordelen om aan de vrouw te voldoen een bedrag van € 1.880,98 uit hoofde van de achterstand in de maandelijkse kosten van de woning in Frankrijk, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding tot de dag van algehele voldoening;
- de man te veroordelen om aan de vrouw te voldoen een bedrag van € 200,-- per maand uit hoofde van de lopende maandelijkse kosten van de woning in Frankrijk, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding tot de dag van algehele voldoening;
- vervangende toestemming te verlenen voor de verkoop van de woning in Frankrijk voor een vraagprijs van € 125.000,-- en een laatprijs van € 100.000,-- bij makelaar [de makelaar] in Frankrijk.
gezamenlijke bankrekening met nummer [bankrekeningnummer 1]
- de man te veroordelen het negatieve saldo op de gemeenschappelijke bankrekening van partijen aan te vullen, zodat deze rekening kan worden opgeheven;
- vervangende toestemming te verlenen voor de opheffing van de gezamenlijke bankrekening;
met veroordeling van de man in de proceskosten.
6.2.2.De man heeft in eerste aanleg – in reconventie – gevorderd:
hypothecaire schulden
- de vrouw te veroordelen om aan de man te voldoen een bedrag van € 150.854,83, zijnde de helft van de gezamenlijke hypothecaire schulden van partijen,
te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 november 2015 tot de dag van algehele voldoening;
- de vrouw te veroordelen om aan de man te voldoen een bedrag van € 10.947,54, zijnde de achterstand in de betaling van de maandelijkse termijnen met betrekking tot de gezamenlijke hypothecaire schulden van partijen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 november 2014 tot de dag van algehele voldoening;
- de vrouw te veroordelen om aan de man te voldoen de maandelijks lopende termijnen van € 475,98 per maand, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 november 2014 tot de dag van algehele voldoening;
woning aan de [adres 2] te [plaats ] (Frankrijk),
- vervangende toestemming te verlenen voor de verkoop van de woning in Frankrijk voor een vraagprijs van € 120.000,-- en een laatprijs van € 110.000,-- bij makelaar te [kantoorplaats] in Frankrijk;
gezamenlijke bankrekening met nummer [bankrekeningnummer 1]
- vervangende toestemming te verlenen voor de opheffing van de gezamenlijke rekening met nummer [bankrekeningnummer 1] ;
gezamenlijke bankrekening met nummer [bankrekeningnummer 2]
- de vrouw te veroordelen om aan de man te voldoen een bedrag van € 3.482,63, zijnde de verrekening van de opgenomen gelden van de rekening met nummer [bankrekeningnummer 2] ,
met veroordeling van de vrouw in de proceskosten.
6.2.3.Partijen hebben over en weer verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.
6.2.4.In het tussenvonnis van 9 maart 2016 heeft de rechtbank een comparitie van partijen gelast.
6.2.5.In het eindvonnis van 23 november 2016 heeft de rechtbank in conventie:
- de man veroordeeld alle benodigde medewerking te verlenen aan de Rabobank teneinde te bewerkstelligen dat de vrouw wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid ten aanzien van de hypothecaire geldlening met nummer [hypothecaire geldlening] ;
- het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaard, de proceskosten gecompenseerd en het meer of anders gevorderde afgewezen.
In reconventie heeft de rechtbank de vorderingen afgewezen en de proceskosten gecompenseerd.