23.8.Wanneer koper een beroep doet op zijn ontbindende voorwaarde van financiering vervalt automatisch het recht op gebruik van de woning en is hij verplicht de woning terstond na het beroep op ontbinding vrij van huur, leeg en ontruimd op te leveren."
e. Enige maanden na het sluiten van de koopovereenkomst heeft [appellant] het appartement laten taxeren. In het taxatierapport d.d. 2 april 2015 is het appartement met dakterras op de peildatum van 26 maart 2015 gewaardeerd op een marktwaarde van € 148.000,-. De garage wordt voor € 20.000,- meegenomen in de marktwaarde (prod. 9 inl. dagv). Bij e-mail van
8 december 2015 heeft de taxateur aan [appellant] meegedeeld dat de marktwaarde zonder dakterras en met garage van het appartement uitkomt op € 128.000,- (prod. 5, cva conv, cve rec).
f. Bij e-mail van 27 mei 2015 (prod. 10, inl. dagv) bericht makelaar [makelaar] , die zowel als verkopend makelaar optreedt voor [geïntimeerde 1] terzake van het appartement als voor [appellant] terzake van zijn woning gelegen aan [adres 3] , te [plaats 2] het volgende aan [appellant] :
" Naar aanleiding van de verwikkelingen rondom de verkoop van de [adres 3] te [plaats 2] is er vorige week veel telefoonverkeer geweest. Niet alleen tussen ons maar ook tussen U en de heer [geïntimeerde 1] en de onderbuurman van de woning [adres 1] te [plaats 1] . Omdat je zaterdag voor twee weken vertrok voor vakantie wenste je het koopcontract van [adres 3] niet meer te ondertekenen voordat er duidelijkheid was over de [adres 1] te [plaats 1] .
Er zijn een tweetal punten die definitieve verkoop van het pand [adres 1] te [plaats 1] volgens jou in de weg stonden, t.w. een schriftelijke afspraak over het gebruik van het dakterras en de hoogte van de koopsom die een belemmering zou vormen voor het verkrijgen van een hypotheek.
Zoals je weet had de verkopende partij – t.w. de heren [geïntimeerde 1] en [naam] – gisteren een persoonlijk onderhoud met de onderbuurman over het achterdakterras. Ik vernam van de heer [geïntimeerde 1] dat de buurman bereid is tot een regeling over het gebruik. Hij zal daartoe zelf een concept-overeenkomst opstellen die dan – indien akkoord – door partijen ondertekend kan worden.
Daarnaast deelde de heer [geïntimeerde 1] mede, dat hij jou het voorstel heeft gedaan om het verschil tussen de overeen gekomen verkoopprijs ad € 160.000,= en de – volgens jouw mondelinge mededeling – getaxeerde waarde van € 148.000,= is € 12.000,= te delen, waarbij beide partijen de helft voor hun rekening nemen. Graag wil hij daarop na jou thuiskomst een reactie.
Tot slot deel ik nog mede, dat ik de tussenpersoon van de kandidaat-kopers van jouw woning [adres 3] te [plaats 2] heb medegedeeld dat je vooralsnog de koopakte – om jou moverende redenen – niet wenst te ondertekenen. Ze waren uiteraard diep teleurgesteld maar ik heb toch de afspraak kunnen maken dat ze wel interesse blijven houden in de woning en en dat ik hen onverwijld zal bellen op het moment dat je toch besluit tot ondertekening over te gaan. Ik heb aangegeven dat jij verwacht binnen twee tot vier weken definitief uitsluitsel te kunnen geven. (…)"
g. Bij e-mail van 27 mei 2015 heeft de makelaar aan [geïntimeerde 1] het volgende bericht:
" Wij hebben van de koper van [adres 1] [plaats 1] het verzoek ontvangen om de ontbindende voorwaarden met betrekking tot de financiering te verlengen tot en met 31 juli 2014.
De reden hiervoor is dat de huidige woning van koper nog niet is verkocht, waardoor het voor koper niet mogelijk is om een financiering te krijgen voor de aankoop van een ander object."
In overleg tussen partijen is vervolgens de termijn waarbinnen een beroep kan worden gedaan op het financieringsvoorbehoud eerst verlengd tot 31 juli 2015 en vervolgens tot
7 augustus 2015.
h. Per e-mail van 3 juli 2015 heeft [appellant] [geïntimeerde 1] meegedeeld dat hij een beroep doet op de ontbindende voorwaarde. Bij deze e-mail is de e-mail van [medewerker van onderneming] van de [onderneming] doorgestuurd. In deze e-mail zijn twee afwijsbrieven gevoegd van twee geldverstrekkende instanties. In de brief van Nationale Nederlanden d.d. 1 juli 2015 staat het volgende vermeld:
" De door ons ontvangen aanvraag ten behoeve van een financiering van € 164.300,00 moeten wij helaas afwijzen. Na zorgvuldige beoordeling is gebleken dat de aanvraag niet aan de door NHG gestelde eisen voldoet. "
De brief van ING Bank N.V. (hierna: ING) d.d. 1 juli 2015 luidt als volgt:
" Uw hypotheekaanvraag van 25 juni 2015 kunnen wij niet honoreren."
i. Bij brief van 14 juli 2015 heeft (de gemachtigde van) [geïntimeerde 1] aan [appellant] laten weten dat hij niet instemt met het beroep op de ontbindende voorwaarde en heeft hij [appellant] in gebreke gesteld conform art. 14 van de koopovereenkomst. Daarnaast bericht (de gemachtigde van) [geïntimeerde 1] aan [appellant] dat gezien het beroep op financieringsvoorbehoud hij het appartement conform art. 23 lid 8 van de koopovereenkomst terstond vrij, leeg en ontruimd opgeleverd dient te worden. Voor de volledigheid merkt (de gemachtigde van) [geïntimeerde 1] op dat een eventuele ontruiming [appellant] niet ontslaat van zijn verplichtingen uit de koopovereenkomst.
j. Bij brief van 30 juli 2015 heeft (de gemachtigde van) [appellant] aan (de gemachtigde van) [geïntimeerde 1] onder meer het volgende bericht:
" (…) In aanvulling op de afwijzing zend ik u hierbij de e-mail van de ING aan de heer [medewerker van onderneming] van 27 juli jl. waaruit blijkt dat cliënten bij ING, evenals bij Nationale Nederlanden, een hypotheekaanvraag van EUR 164.800 hebben gedaan. Voor zover nodig ontbind ik namens cliënten de koopovereenkomst mede op grond van bijgaande e-mail. Graag ontvang ik van u het bericht dat uw cliënten instemmen met het beroep van cliënten op de ontbindende voorwaarde. (…)
Uw beroep op artikel 23 lid 8 van de Koopovereenkomst is terecht. (…)"
De e-mail van 27 juli 2015 van ING houdt het volgende in:
" Door middel van deze mail kunnen wij aangeven dat ING de volgende aanvraag heeft afgewezen:
[appellant] en [appellante] (bij ING bekend onder aanvraagnummer [aanvraagnummer] ) een hypotheekaanvraag met een hoofdsom van € 164.800,00."
k. Bij e-mail van 7 augustus 2015 heeft (de gemachtigde van) [geïntimeerde 1] aan (de gemachtigde van [appellant] het volgende bericht.
"
Zojuist lieten mijn cliënten weten dat uw cliënten de woning ontruimd op zullen leveren zondag a.s.
(…)"
l. Op 26 augustus 2015 heeft (de gemachtigde van) [appellant] de hypotheekaanvragen die namens [appellant] bij Nationale Nederlanden en ING zijn ingediend aan [geïntimeerde 1] toegestuurd.
6.2.1.In de onderhavige procedure vordert [geïntimeerde 1] , na wijziging en vermeerdering van eis, in conventie, samengevat:
1. voor recht te verklaren dat [appellant] toerekenbaar tekort is geschoten in de op hem rustende verplichting al het redelijk mogelijke te doen om financiering te verkrijgen,
2. primair: [appellant] te veroordelen binnen drie maanden na betekening van dit vonnis het appartement alsnog te betalen en medewerking te verlenen aan het transport van de notariële akte in dit kader,
3. subsidiair: [appellant] te veroordelen de gemaximeerde contractuele boete ad € 16.000,- binnen twee dagen dit vonnis te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente,
4. meer subsidiair: [appellant] te veroordelen de schade te vergoeden bestaande uit gederfde inkomsten voor het gebruik van het appartement groot € 5.880,-,
5. [appellant] te veroordelen aan [geïntimeerde 1] te voldoen aan buitengerechtelijke kosten groot € 1.131,35,
6. [appellant] te veroordelen in de kosten van deze procedure, de nakosten daaronder begrepen.
6.2.2.[appellant] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.
6.2.3.In de onderhavige procedure vordert [appellant] in reconventie dat de overeenkomst wordt vernietigd op grond van dwaling, met veroordeling van [geïntimeerde 1] in de proceskosten, inclusief nakosten en vermeerderd met wettelijke rente.
6.2.4.[geïntimeerde 1] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.
6.2.5.In het tussenvonnis van 6 januari 2016 heeft de rechtbank een comparitie van partijen gelast.
6.2.6.In het eindvonnis van 21 december 2016 heeft de rechtbank in conventie de vorderingen van [geïntimeerde 1] onder 1, 2 primair en 5 toegewezen en de vordering in reconventie van [appellant] afgewezen, met veroordeling van [appellant] in conventie en reconventie van de proceskosten, waaronder begrepen de nakosten.