Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer 5068230, rolnummer 16-3014)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met drie producties (producties 13 tot en met 15);
- de memorie van antwoord met een productie (productie H).
3.De beoordeling
- De serviceflat “ [de serviceflat] ” is een gebouw aan de [adres 1] te [vestigingsplaats] . Bij notariële akte van 24 november 1972 (verder: de akte van splitsing) is het gebouw gesplitst in 114 appartementen en is de Vereniging van Eigenaren van appartementen in de serviceflat " [de serviceflat] " (hierna: de VvE) opgericht.
- In de akte van splitsing is een reglement opgenomen. Naast de VvE is opgericht de in het reglement vermelde “Coöperatie tot verlening van diensten aan de bewoners van de serviceflat “ [de serviceflat] ” U.A.” (hierna: de coöperatie). De coöperatieve vereniging is per 31 december 2013 omgezet in een “gewone” vereniging, de VvD.
- [appellante] was of is eigenaar van een appartement in [de serviceflat] ( [adres 2] te [vestigingsplaats] ).
- Bij de inleidende dagvaarding heeft de VvD [appellante] in rechte betrokken en vorderde zij een bedrag van € 4.459,44 aan, kort gezegd, achterstallige VvE-bijdragen, alsmede de nog te vervallen maandelijkse bijdragen.
- [appellante] heeft hiertegen het verweer aangevoerd dat de VvD niet vorderingsgerechtigd is ter zake van maandelijkse VvE-bijdragen. Eigenaresse van dergelijke vorderingen – en dus vorderingsgerechtigd – is volgens [appellante] bij de uitsluiting de VvE.
- De VvD heeft daarop erkend dat zij geen vordering op [appellante] heeft en dat de vordering zoals benoemd in de inleidende dagvaarding betrekking heeft op de VvE. De inleidende dagvaarding is namens de verkeerde partij uitgebracht en de door de VvD ingestelde vordering dient te worden afgewezen, aldus de VvD.
- Bij het bestreden vonnis heeft de kantonrechter – in conventie – de vordering van de VvD afgewezen, met veroordeling van de VvD in de proceskosten.
- In hoger beroep is de vordering van de VvD niet meer aan de orde. Aan het oordeel van het hof is slechts onderworpen de door [appellante] in eerste aanleg – in reconventie – tegen de VvD ingestelde vordering.
- [appellante] heeft in of omstreeks september 2014 overeenstemming bereikt met [de koper van het appartement van appellante] (hierna: [de koper van het appartement van appellante] ) over de verkoop en levering van haar appartement in [de serviceflat] aan [de koper van het appartement van appellante] . [appellante] heeft het notariskantoor Easy Notary te [standplaats] opdracht gegeven om de leveringsakte te passeren. De levering zou plaatsvinden op 24 oktober 2014.
- In verband met de door haar te passeren leveringsakte heeft Easy Notary bij e-mail van 3 oktober 2014 aan de VvE om de in artikel 5:122 lid 5 BW bedoelde verklaring en in artikel 5:122 lid 6 BW bedoelde informatie gevraagd.
- Bij brief van 10 oktober 2014, gesteld op briefpapier van “VERENIGING VAN EIGENAREN EN / OF VERENIGING TOT VERLENING VAN DIENSTEN AAN DE BEWONERS VAN DE SERVICEFLAT “ [de serviceflat] ” TE [vestigingsplaats] ” heeft [de penningmeester van de VvE en de VvD] , penningmeester van de VvE en de VvD, als reactie op de e-mail van 3 oktober 2014 onder meer het volgende meegedeeld aan Easy Notary:
bepaald:
- Bij vonnis van 15 oktober 2014, ECLI:NL:RBZWB:2014:9245, heeft de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant in de door de VvD tegen [appellante] aangespannen procedure geoordeeld dat [appellante] geen lid is van de VvD. De kantonrechter heeft de vordering van de VvD tegen [appellante] afgewezen.
- Bij brief van 22 oktober 2014 heeft de gemachtigde van [appellante] aan het bestuur van de VvE onder meer het volgende meegedeeld:
- Op 24 oktober 2014 heeft [appellante] getracht de notaris ervan te overtuigen dat de levering van het appartementsrecht doorgang kon vinden. De notaris had op dat moment geen bericht van de VvE ontvangen waarin de in de brief van 10 oktober 2014 tegen de levering geformuleerde bezwaren waren ingetrokken. De notaris heeft niet meegewerkt aan de levering van het appartementsrecht.
- [appellante] heeft vanaf 1 december 2014 haar appartement verhuurd.
- Bij brief van 6 maart 2015 heeft penningmeester van de VvE en de VvD aan de notaris meegedeeld dat er geen belemmeringen bestaan terzake de overdracht van het appartement door [appellante] aan [de koper van het appartement van appellante] .
- Het in het geschil tussen de VvD en [appellante] gewezen vonnis van 15 oktober 2014 is in hoger beroep door dit hof bekrachtigd bij arrest van 19 april 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:1516.
- voor recht verklaart dat de VvD aansprakelijk is voor het verzuim de notaris ‘EasyNotary’ te [standplaats] tijdig, dat wil zeggen vóór het op 24 oktober 2014 voorziene notarieel transport op de hoogte te stellen van het ontbreken van enig beletsel voor de overdracht van het appartementsrecht door [appellante] en gehouden is de daardoor ontstane schade te vergoeden;
- partijen verwijst naar de schadestaatprocedure voor het bepalen van de aard en de omvang van de schade (het hof begrijp dit, mede gelet op het gestelde in nr. 29 van de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie en het bepaalde in artikel 612 Rv, als een vordering tot veroordeling van de VvD tot vergoeding van de door [appellante] geleden schade, op te maken bij staat);
- onder verwijzing naar artikel 3 lid 2 van de akte van splitsing gesteld dat de overdracht pas kan plaatsvinden nadat [de koper van het appartement van appellante] schriftelijk heeft medegedeeld dat zij vanaf het moment van de overdracht als lid van de VvD is aangemeld en de VvD daaromtrent een schriftelijke verklaring heeft afgegeven;
- dat [appellante] een schuld heeft aan de VvD en dat zij in verband daarmee vóór de overdracht € 3.000,-- in derdendepot bij de notaris dient te storten, bij gebreke waarvan “wij conservatoir beslag op het appartement zullen leggen”.
4.De uitspraak
- verklaart voor recht dat de VvD aansprakelijk is voor het verzuim de notaris ‘EasyNotary’ te [standplaats] tijdig, dat wil zeggen vóór het op 24 oktober 2014 voorziene notarieel transport op de hoogte te stellen van het ontbreken van enig beletsel voor de overdracht van het appartementsrecht door [appellante] en gehouden is de daardoor ontstane te vergoeden;
- veroordeelt de VvD om aan [appellante] de schade te vergoeden die zij door de genoemde onrechtmatige daad heeft geleden, op te maken bij staat;
- compenseert de proceskosten van het geding in reconventie tussen partijen aldus dat ieder de eigen kosten draagt;