ECLI:NL:GHSHE:2019:787
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van overeenkomsten en de gevolgen van concurrentie- en relatiebedingen in een franchisecontext
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, betreft het een hoger beroep over de beëindiging van een agentuurovereenkomst en een service-overeenkomst tussen twee vennootschappen. De appellante, [de vennootschap 1], was agent voor [de vennootschap 2], die een franchiseorganisatie exploiteert. De zaak is ontstaan na de mededeling van de directeur van [de vennootschap 1] dat de werkzaamheden als agent werden gestaakt en dat activa aan een andere vennootschap waren overgedragen. De rechtbank had in eerste aanleg een aantal vorderingen van [de vennootschap 2] afgewezen, maar had [de vennootschap 1] wel veroordeeld tot het verstrekken van klantinformatie en het betalen van schadevergoeding. In hoger beroep heeft [de vennootschap 1] vijftien grieven aangevoerd, terwijl [de vennootschap 2] in incidenteel appel een grief heeft ingediend. Het hof heeft de zaak verwezen naar een deskundige om te onderzoeken welke klanten en omzet onder de agentuurovereenkomst vallen en welke activa zijn overgedragen aan de nieuwe vennootschap. Het hof heeft de verdere beslissing aangehouden en partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de benoeming van de deskundige en de vragen die deze moet beantwoorden.