ECLI:NL:GHSHE:2019:711
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen in het kader van jeugdbescherming
In deze zaak gaat het om de bekrachtiging van een machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2], die sinds november 2017 bij hun vader verblijven. De ouders, hierna aangeduid als de ouders, hebben in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 17 december 2018 aangevochten, waarin de GI (Gecertificeerde Instelling) de machtiging tot uithuisplaatsing van de kinderen heeft gekregen. De ouders verzetten zich tegen deze machtiging, omdat zij van mening zijn dat deze niet noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de kinderen. De raad voor de Kinderbescherming heeft echter zorgen geuit over de thuissituatie, vooral naar aanleiding van een incident op school waarbij de vader betrokken was. Het hof heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat er sinds 2013 al zorgen zijn over de veiligheid van de kinderen, met name door het gedrag van de vader. Het hof heeft geconcludeerd dat de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk blijft in het belang van de kinderen, gezien de onveilige situatie en de zorgen over hun ontwikkeling. De beschikking van de rechtbank is dan ook bekrachtigd.