Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.[geintimeerde 1 (200.237.251_01)] ,wonende te [woonplaats] ,
DPZ Holding B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats ] ,
1.[geintimeerde 1 (200.239.269_01)] ,wonende te [woonplaats] ,
DPZ Holding B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats ] ,
5.Het geding in eerste aanleg (zaak- / repnummer 5978329 VV EXPL 17-23)
6.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep 21 juli 2017;
- de memorie van grieven van [Retail Real Estate] van 14 augustus 2018 met een productie;
- de memorie van antwoord in het principaal appel tevens memorie van grieven in het voorwaardelijk incidenteel appel van [geintimeerde 1 (200.237.251_01)] en DPZ van 25 september 2018;
- de memorie van antwoord in het voorwaardelijk incidenteel appel van [Retail Real Estate] van 6 november 2018;
- de akte van [geintimeerde 1 (200.237.251_01)] en DPZ van 4 december 2018;
- de antwoordakte van [Retail Real Estate] van 18 december 2018.
7.Het verdere verloop van het geding
- het tussenarrest van 17 juli 2018;
- de memorie van grieven van [Retail Real Estate] van 14 augustus 2018 met een productie;
- de memorie van antwoord in het principaal appel tevens memorie van grieven in het voorwaardelijk incidenteel appel van [geintimeerde 1 (200.239.269_01)] en DPZ van 25 september 2018;
- de memorie van antwoord in het voorwaardelijk incidenteel appel van [Retail Real Estate] van 6 november 2018;
- de akte van [geintimeerde 1 (200.239.269_01)] en DPZ van 4 december 2018;
- de antwoordakte van [Retail Real Estate] van 18 december 2018.
8.De beoordeling
Bevestiging gemaakte afspraken - hoofdpunten”. De ene one-
Zoals je weet ben ik ook bezig met de Oliehandel te verkopen. Nu heeft de beoogde koper ook erg interesse getoond voor koop van de tankstations. Onze voorkeur gaat meer uit naar verkopen dan verhuren dus mede daarom willen we even afwachten hoe dit zich gaat ontwikkelen.”
one-pagersvan 2 november 2016, hiervoor in 8.2 onder f) vermeld. Aan alle vorderingen van [Retail Real Estate] , zowel in de bodemprocedure als in het kort geding, liggen deze stukken ten grondslag. Primair stelt [Retail Real Estate] zich op het standpunt dat hieruit blijkt dat tussen partijen huurovereenkomsten tot stand zijn gekomen, (meer) subsidiair ziet [Retail Real Estate] hierin een grondslag voor een verplichting van [geintimeerde in beide procedures] en DPZ tot het voeren van verdere onderhandelingen dan wel tot betaling van schadevergoeding. Gezien het belang van deze stukken zal het hof de inhoudelijke tekst ervan volledig weergeven. Bovenaan beide stukken staat: “Bevestiging gemaakte afspraken – hoofdpunten”. De tekst opsomming van hoofdpunten in de
one-pagerinzake het tankstation te [vestigingsplaats ] luidt als volgt:
Hoofdpunten:
- Partijen sluiten een huurovereenkomst voor het tankstatíon op deze locatie
- Ingangsdatum 1 februari 2017
- Contractduur huurovereenkomst 5 jaren met een optieperiode van 5 jaren
- Het gehuurde zal bestaan uit een compleet werkend onbemand tankstation zonder achterstallig onderhoud.
- Op het gehuurde rust een vergunning voor onbemande exploitatie 24 uur per dag 7 dagen per week.
- het tankstation zal door huurder voor haar rekening worden gerestyled naar het TinQ concept
- Groot en klein onderhoud voor rekening van huurder
- Huurder betaald aan verhuurder een huur som van 10.000 euro excl BTW per jaar
- Huurder plaats op haar kosten een tussen meter
- Verhuurder ontvangt boven de 1 miljoen liter een vergoeding van 1 cent per liter Excl BTW
- Huurder maakt op haar kosten het tankstation schoon
- De kosten voor de keuring van de brandstoftanks zijn voor rekening van huurder
- Verhuurder levert het station schoon op aan huurder met een bodemonderzoek rapport”
one-pagerinzake het tankstation te [vestigingsplaats ] is gelijkluidend, behoudens ten aanzien van het bedrag van 10.000 euro en de hoeveelheid liters van 1 miljoen. De
one pagerinzake het tankstation te [vestigingsplaats ] vermeldt een bedrag van 25.000 euro en een hoeveelheid van 1,5 miljoen liter. Onderaan beide
one pagerszijn partijen aangeduid als verhuurder en huurder.
one-pagerseen aantal essentiële aspecten bevatten die als hoofdlijnen van nader uit te werken huurovereenkomsten gezien kunnen worden. Anderzijds kan aan [geintimeerde in beide procedures] en DPZ worden toegegeven dat deze stukken niet het karakter hebben van huurovereenkomsten voor complexe onroerende zaken als waarvan hier sprake is en dat daar in het algemeen aanzienlijk uitgebreidere en meer gedetailleerde documenten voor worden aangewend. Veel is nog niet besproken, daar komt het kort gezegd op neer. Partijen hebben ieder voor zich aan de correspondentie en andere (telefonische) contacten die volgden op het ondertekenen van de
one-pagersargumenten ontleend ten faveure van hun eigen standpunt over de status en de strekking ervan. Een zodanig doorslaggevend argument ten gunste van het ene of het andere standpunt dat nader onderzoek overbodig zou zijn, is daarin naar het oordeel van het hof evenwel niet gelegen. De omstandigheid dat de
one-pagersdoor beide partijen zijn ondertekend houdt niet zonder meer in dat beide partijen daaraan de strekking toekenden die [Retail Real Estate] daaraan nu toekent. Uit de ondertekening blijkt dat beide partijen het erover eens zijn dat toen die hoofdpunten zijn afgesproken, maar daarmee is niet gezegd dat deze reeds de huurovereenkomsten in hielden, zoals [Retail Real Estate] stelt, dan wel de uitgangspunten die partijen in acht zouden nemen wanneer het tot huurovereenkomsten zou komen, zoals [geintimeerde in beide procedures] en DPZ daartegenover stellen.
one pagersleveren naar het oordeel van het hof geen dwingend bewijs op van deze stelling (zie in vergelijkbare zin HR 22-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3263). Het ligt dus op de weg van [Retail Real Estate] om nader bewijs te leveren. Het hof zal [Retail Real Estate] in de bodemprocedure overeenkomstig haar bewijsaanbod toelaten tot het bewijs van haar stelling dat partijen met de opstelling en ondertekening van de
one-pagershebben beoogd reeds definitieve huurovereenkomsten te sluiten overeenkomstig de daarin opgenomen hoofdpunten dan wel van feiten en omstandigheden die de conclusie rechtvaardigen dat het [geintimeerde in beide procedures] en DPZ niet meer vrij stond om de onderhandelingen af te breken. Dit bewijs heeft [Retail Real Estate] naar het oordeel van het hof tot dusver niet geleverd, ook niet in de zin van bewijs waartegen tegenbewijs van de kant van [geintimeerde in beide procedures] en DPZ zou openstaan.
9.De uitspraak
- dat dat partijen met de opstelling en ondertekening van de
- feiten en omstandigheden die de conclusie rechtvaardigen dat het [geintimeerde in beide procedures] en DPZ niet meer vrij stond om de onderhandelingen af te breken;