Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
[handelsnaam] ,
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 12 juni 2018;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 2 oktober 2018;
- de memorie na getuigenverhoor van [appellante] .
6.De verdere beoordeling
- [arts 3] , gepensioneerd gynaecoloog;
- [appellante] zelf;
- [moeder van appellante] , moeder van [appellante] .
- dat tijdens het consult bij [arts 1] in januari 2013 niet is gesproken over de vraag of een ingreep aan haar schaamlippen wel of niet vergoed zou worden;
- dat tijdens het consult bij [arts 2] enkele weken later ook niet is gesproken over eventuele kosten van de door [appellante] gewenste ingreep en dat ook niet ter sprake is geweest dat [appellante] zou gaan informeren bij haar ziektekostenverzekeraar;
- dat [arts 3] in februari 2014 een lichamelijk onderzoek heeft uitgevoerd, en daarna heeft gezegd dat hij de operatie noodzakelijk vond en dat de operatie kon worden uitgevoerd als [appellante] daarmee instemde;
- dat [arts 3] tijdens het consult niet aan de orde heeft gesteld dat aan de ingreep kosten verbonden zouden kunnen zijn en dat hij niets heeft gezegd over de ziektekostenverzekering van [appellante] ;
- dat zij er vanuit ging dat de ingreep vergoed zou worden en dat het niet nodig was om nader bij de verzekering te informeren;
- dat zij de ingreep niet zou hebben laten uitvoeren als tegen haar was gezegd dat zij de kosten van de ingreep mogelijk zelf moest betalen.
- dat zij niet kan uitsluiten dat [arts 1] bij het consult van januari 2013 heeft gezegd dat ingrepen om klachten aan de schaamlippen te verhelpen niet altijd vergoed worden door de verzekeraar;
- dat volgens haar [arts 2] bij het consult van enkele weken later onder meer heeft gezegd dat de ingreep mogelijk niet vergoed zou worden door de ziektekostenverzekering, maar dat [arts 2] niet heeft gezegd dat [appellante] en haar moeder zelf bij de verzekering moesten gaan informeren;
- dat [arts 3] bij het consult in februari 2014 na het uitvoeren van het lichamelijk onderzoek heeft gezegd dat het medisch noodzakelijk was om een ingreep uit te voeren;
- dat [arts 3] op dat moment niets heeft gezegd over de kosten en ook niet gezegd dat [appellante] bij de verzekering moest informeren;
- dat zij er op dat moment zonder meer vanuit ging dat de ingreep vergoed zou worden en dat [appellante] het dus niet zelf hoefde te betalen;
- dat zij geen enkele aanleiding had om te vermoeden dat haar dochter een rekening voor de ingreep zou krijgen.
- dat hij een lichamelijk onderzoek bij [appellante] heeft gedaan en daarvan heeft genoteerd ‘labia majora (bedoeld was: labia minora) beiderzijds in het midden wat langer dan gemiddeld’;
- dat hij niets heeft geconstateerd dat wees op een ontsteking, en dat hij, indien dat wel het geval was geweest, het wel had opgeschreven;
- dat het feit dat hij geen acute ontsteking heeft gezien, niet uitsluit dat dieper liggend wel een ontsteking aanwezig was;
- dat de beiderzijds wat langer dan gemiddeld zijnde labia voor [appellante] kennelijk een serieus probleem vormden;
- dat hij het, mede omdat het om een relatief kleine aanpassing ging, logisch vond om de wens van [appellante] te honoreren;
- dat hij met [appellante] en haar moeder heeft gesproken over het probleem dat de ingreep mogelijk niet vergoed zou worden, en dat hij dit in zijn gespreksverslag kort heeft samengevat met de woorden: ‘heeft nog niet geïnformeerd bij verzekering’;
- dat hij beslist niet heeft gezegd dat de ingreep vergoed zou worden en ook niet dat het ziekenhuis dat wel zou uitzoeken;
- dat de ingreep in ieder geval niet in het basispakket zat en dat het zeer de vraag was of de ingreep onder een aanvullend pakket vergoed zou worden;
- dat [appellante] daarover navraag diende te doen bij haar eigen verzekeraar;
- dat voorstelbaar is dat sprake is van grote afwijkingen aan schaamlippen waarbij een ingreep beslist noodzakelijk is, maar dat dit in dit geval zeker niet aan de orde was.
- A. dat sprake was van een medische indicatie voor de operatie, en:
- B. dat [geïntimeerde] de vergoeding met de zorgverzekeraar van [appellante] zou regelen, zodat [appellante] de kosten niet zelf hoefde te betalen.