ECLI:NL:GHSHE:2019:558
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid Openbaar Ministerie wegens ontbreken klacht in klachtdelict van verduistering
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld voor verduistering en kreeg een geldboete van € 500,00, subsidiair 10 dagen hechtenis. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis van de politierechter zou vernietigen en de verdachte opnieuw zou veroordelen. De verdediging heeft echter primair de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie bepleit, omdat er geen formele klacht was ingediend door de aangeefster, die een aanverwant van de verdachte is. Het hof heeft vastgesteld dat de aangifte van de aangeefster niet kan worden aangemerkt als een klacht, omdat er geen uitdrukkelijke bedoeling was om een vervolging in te stellen. De aangeefster had in haar aangifte aangegeven dat zij zich geconfronteerd zag met boetes die zij ontving, maar dit was niet voldoende om te concluderen dat zij een klacht had ingediend. Het hof heeft daarom het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de strafvervolging van de verdachte. Het vonnis van de politierechter is vernietigd en de eerder uitgevaardigde strafbeschikking is ook vernietigd.