Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2014 tot en met 1 april 2015 te Maasbracht, gemeente Maasgouw, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, waarbij hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de weg te nemen elektriciteit onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
hij op 1 april 2015 te Maasbracht, gemeente Maasgouw, opzettelijk heeft geteeld (in een pand aan [adres 2] ) 151 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
hij in de periode van 1 januari 2015 tot en met 1 april 2015 te Maasbracht, gemeente Maasgouw, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, toebehorende aan [benadeelde] , waarbij hij, verdachte, de weg te nemen elektriciteit onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
BESLISSING
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) week.
taakstrafvoor de duur van
180 (eénhonderdtachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis.
€ 1.355,59 (éénduizend driehonderdvijfenvijftig euro en negenenvijftig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.355,59 (éénduizend driehonderdvijfenvijftig euro en negenenvijftig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
23 (drieëntwintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
taakstrafvoor de duur van
120 (éénhonderdtwintig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.