Uitspraak
Afdeling strafrecht
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- zich ten aanzien van de bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van het hof;
- een strafmaatverweer gevoerd.
[bedrijf 1] op of omstreeks 30 oktober 2013 te Breda en/of Apeldoorn, althans in Nederland, opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een aangifte voor de omzetbelasting ten name van [bedrijf 1] , in elk geval van een rechtspersoon, over het tijdvak oktober 2013 onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, immers heeft [bedrijf 1] opzettelijk op het bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te Apeldoorn, in elk geval de Belastingdienst, ingeleverde/ingezonden aangiftebiljet omzetbelasting over genoemd aangiftetijdvak een te laag, althans een onjuist, bedrag aan omzet en/of een te laag, althans onjuist, bedrag aan omzetbelasting opgegeven, terwijl dat feit ertoe strekt dat te weinig belasting werd geheven, tot het plegen van welk bovenomschreven strafbare feit verdachte opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte feitelijk leiding heeft gegeven;
[bedrijf 2] op of omstreeks de tijdstippen 6 september 2014 en 5 november 2014 te Breda en/of Apeldoorn, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n) voor de omzetbelasting ten name van [bedrijf 2] , in elk geval van een rechtspersoon, over het tijdvak augustus 2014 en/of oktober 2014, onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, immers heeft [bedrijf 2] telkens) opzettelijk op het bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te Apeldoorn, in elk geval de Belastingdienst, ingeleverde/ingezonden aangiftebiljet(ten) omzetbelasting over genoemd(e) aangiftetijdvak(ken), (telkens) een te laag, althans (een) onjuist(e), bedrag(en) aan omzet en/of (telkens) een te laag, althans onjuist, bedrag aan omzetbelasting opgegeven, terwijl dat/die feit(en) ertoe strekten dat te weinig belasting werd geheven, tot het plegen van welk bovenomschreven strafbare feiten verdachte (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven.
[bedrijf 1] op 30 oktober 2013 te Breda en/of Apeldoorn opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een aangifte voor de omzetbelasting ten name van [bedrijf 1] over het tijdvak oktober 2013 onjuist heeft gedaan, immers heeft [bedrijf 1] opzettelijk op het bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te Apeldoorn of de Belastingdienst ingeleverde aangiftebiljet omzetbelasting over genoemd aangiftetijdvak een onjuist bedrag aan omzetbelasting opgegeven, terwijl dat feit ertoe strekt dat te weinig belasting werd geheven, aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte feitelijk leiding heeft gegeven;
[bedrijf 2] op 6 september 2014 en 5 november 2014 te Breda en/of Apeldoorn telkens opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een aangifte voor de omzetbelasting ten name van [bedrijf 2] over het tijdvak augustus 2014 en oktober 2014 onjuist heeft gedaan, immers heeft [bedrijf 2] telkens opzettelijk op het bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te Apeldoorn ingeleverde aangiftebiljet omzetbelasting over genoemde aangiftetijdvakken, telkens een onjuist bedrag aan omzetbelasting opgegeven, terwijl die feiten ertoe strekten dat te weinig belasting werd geheven, aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte telkens feitelijk leiding heeft gegeven.
meermalen gepleegd.
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden; en
8 (acht) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.