[VOF] VOF, gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna: [VOF] ,
[appellante 2], wonende te [woonplaats] ,
hierna: [appellante 2] ,
[appellant 3], wonende te [woonplaats] ,
hierna: [appellant 3] ,
appellanten,
advocaat: mr. A.J.A. Dielissen te Wouw,
[geïntimeerde 1], wonende te [woonplaats] ,
hierna: [geïntimeerde 1] ,
advocaat: mr. M.J. Folkeringa te Haarlem,
[geïntimeerde 2], wonende te [woonplaats] ,
hierna [geïntimeerde 2] ,
advocaat: mr. M.C.A.M. van der Meer te Tilburg,
[geïntimeerde 3], wonende te [woonplaats] ,
hierna: [geïntimeerde 3] ,
advocaat: mr. E.M. Diesfeldt te Alkmaar,
[geïntimeerde 4], wonende te [woonplaats] ,
hierna: [geïntimeerde 4] ,
advocaat: mr. J.B.Th. van ’t Grunewold te Roermond,
geïntimeerden,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarrest van 20 september 2016 en de rolbeslissing van 28 februari 2017 in het hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, gewezen vonnis van 3 februari 2016, zoals hersteld bij herstelvonnis van 9 maart 2016, tussen appellanten (gezamenlijk [VOF] c.s.) als eisers in vrijwaring en geïntimeerden als gedaagden in vrijwaring.