Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
36 (zesendertig) maanden.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld voor een groot aantal (pogingen tot) oplichting en valsheid in geschrift, en had deelgenomen aan een criminele organisatie die deze misdrijven tot doel had. Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank, maar paste de opgelegde straf aan. De verdachte werd veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 36 maanden, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn. De zaak begon met de aanhouding van de verdachte op 8 mei 2012, en de rechtbank had op 9 maart 2017 vonnis gewezen. Het hof oordeelde dat de verdachte niet-ontvankelijk was in zijn hoger beroep voor een aantal vrijspraken, maar bevestigde de veroordeling voor de overige feiten. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan het vervalsen van identiteitsdocumenten en het aanvragen van goederen en diensten op basis van deze vervalsingen, wat leidde tot aanzienlijke schade voor de slachtoffers. Het hof hield rekening met de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte, en oordeelde dat een gevangenisstraf van 36 maanden passend was, mede door de overschrijding van de redelijke termijn.