Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch,
[verdachte] ,
medeplegen van opzethelingen de verdachte daarvoor veroordeeld tot gevangenisstraf voor de duur van 1 maand.
“Ik moest die spullen bijhouden. Ik kreeg nog geld van [medeverdachte] . Ik ben toen zelf die spullen gaan verkopen.”Uit deze verklaring kan niet met voldoende zekerheid worden afgeleid welke gestolen spullen door de verdachte worden bedoeld. Naar het oordeel van het hof bestaat zelfs aanleiding om aan te nemen dat de verdachte in deze verklaring niet doelt op de goederen die bij de bedrijfsinbraak bij [benadeelde] zijn weggenomen. De verdachte verklaart immers, aansluitend op de hiervoor weergegeven passage:
“Ik was bij [winkel A] .”,waarna hij verklaart over een fiets
‘die hij had van [medeverdachte][het hof begrijpt: medeverdachte [medeverdachte] ].